-6-
De heer Dirven vindt het geen kortzichtige politiek. Het is
een zaak, die in de commissie financiën al meerdere jaren heeft
gespeeld. Het is een weloverwogen advies van deze commissie.
Ook in de fracties is dit al vaker besproken. De benadering van
het advies door de heer Hennekam vindt hij niet geheel ge
rechtvaardigd. De eigenaren van de panden, waarover de baat
belastingen verschuldigd zijn, wonen aan oudere straten in de
gemeente
Deze mensen hebben geen oorzaak of schuld aan het feit dat
Prinsenbeek van af ongeveer 1960 zo stormachtig is uitgebreid.
Daardoor zijn deze straten in een bepaalde afwijkende situatie
terecht gekomen.
Een van de problemen is geweest om die straten tot een fraaier
geheel te maken en onderdeel daarvan is geweest het leggen van
riolering. De riolering moet volgens hem slechts van een gedeelte
ten laste van de bewoners worden gebracht. Ook de heer Jansen
onderschrijft op deze punten het advies van de commissie.
Uitgangspunt is daarbij dat, zolang de financiële mogelijkheden
aanwezig zijn om tot vermindering over te gaan, zij de geschetste
ongelijkheid wil rechtvaardigen door het laten verdwijnen van
de baatbelastingen.
Hij herinnert er aan dat de gemeente Etten-Leur in dezelfde ruil
verkaveling alle kosten daarvan wel ten laste van de algemene
middelen heeft gebracht en niet is overgegaan, zoals in Prinsen
beek, tot heffing van een baatbelasting.
Ten aanzien van D.A.C.W.-subsidies merkt hij op dat dit niet
in de eerste plaats met het financiële beleid van een gemeente
te maken heeft, doch dat het een werkverschaffingssysteem is.
De financiële toestand van de gemeente komt niet in de eerste
plaats bij de beoordeling van al of niet subsidiëren door het
rijk aan de orde.
Ten aanzien van de riolering merkt hij nog op, dat bij de uit
breiding van de bebouwde kom in een enkele straat de riolering
ook gelijktijdig voor oudere woningen is gelegd, zodat die
eigenaren dan ook zouden moeten bijdragen. Dit is echter niet
geschied. Hij denkt hierbij aan een klein gedeelte van de
Beeksestraatvanaf huisnummer 65.
De onroerend goedbelasting wordt geheven op basis van de eco
nomische waarde van een pand. Deze waarde wordt hoger of lager
door de toestand van de weg, waaraan het pand is gelegen.
Wanneer een weg totaal wordt verbeterd en gerioleerd worden de
panden aan een dergelijke weg hoger gewaardeerd. Daardoor be
talen de eigenaren-gebruikers meer.
Bij de oude straat- en personele belasting was dit niet het
geval
De heer Hennekam erkent het recht van de heer Dirven om derge
lijke argumenten naar voren te brengen. Hoewel er verschillen
zijn in de baatbelastingen, zijn deze niet principieel van aard.
Ten aanzien van de baatbelasting oude kom heeft hij tegen een
pragmatische benadering geen bezwaar, omdat deze belasting
al lang lopende is en het een relatief groot aantal aanslagen