-7- met kleine belastingbedragen betreft. Het voorbeeld van een andere gemeente behoeft voor onze ge meente niet toonaangevend te zijn. Anderzijds kent hij nog veel meer voorbeelden van gemeenten die nimmer tot teruggave van belastingen zijn overgegaan. De D.A.C.W. is een werkverschaffingssysteem en heeft niet direct relatie met het financiële beleid van een gemeente. De laatste jaren dienen echter bijna alle gemeentebesturen aanvragen in bij D.A.C.W. voor subsidie van investeringen. Bij de onderlinge afweging wordt daarom toch ook de finan ciële positie van de gemeente in de beoordeling betrokken. De hoogte van subsidie bij kapitaalinvesteringen is afhan kelijk van de financiële positie van de gemeente. De grootste voorstander van vermindering en afschaffing van belasting de heer Jansen, is niet aanwezig, doch kennelijk heeft zijn standpunt aanstekelijk gewerkt op de overige leden van de raad. Een door de raad te nemen besluit zal hij echter respecteren en uitvoeren. De heer Vissers merkt op, dat het gezonde financiële beleid mede door de raad is veroorzaakt. Daaraan zijn ook de advie zen van de commissie voor financiën debet. Het in die richting gemaakte verwijt van wethouder Hennekam vindt hij daarom niet gerechtvaardigd. De getroffen voorzieningen, zoals de riole ringen Groenstraat en Mr. Bierensweg en de wegen in de ruil verkaveling, zijn voor iedereen getroffen en niet specifiek voor de bewoners van die wegen of van dat gebied. Ten aanzien van de uitbreidingsplannen zegt hij, dat aanleg van gas, electriciteitwater en centrale antenne-inrichting door niemand betaald is. Deze investeringen zijn rendabel door exploitatie. In het ver leden zijn in het buitengebied door sommigen honderden guldens betaald voor het aanleggen van electriciteit en waterleiding. De heer Hennekam meent dat hij en de heer Vissers elkaar niet goed begrepen hebben, waar hij spreekt over zijn verwijt aan de commissie financiën. Het gevoerde financiële beleid tot heden heeft hij geprezen. Het verwijt begint voor hem eerst op het tijdstip dat de commissie over het voorliggende voorstel is gaan oordelen. Ten aanzien van de baatbelastingen voor waterleiding en elec triciteit heeft de raad ongeveer zeven jaren geleden besloten tot afschaffing, omdat het elementaire levensbehoeften betrof. De opbrengsten waren bovendien gering. De heer Houtepen zegt dat de opbrengst van de onroerend goed- belasting nog niet bekend is. Het zou volgens hem wel eens kunnen blijken, dat de mindere opbrengst van ongeveer f. 12.000,per jaar gecompenseerd wordt door een hogere onroerend goedbelasting-opbrengst De heer Hennekam zegt dat die compensatie dan ook door iedereen betaald zou worden, ook door de bewoners die baatbe lasting betalen. Overigens is de raad bevoegd het tarief vast te stellen van de onroerend goedbelasting

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 123