-9-
7Voorstel tot vaststelling van de 5e wijziging van de begro
ting 1977 van het gemeentelijk Woningbedrijf slotrequlari-
satie
8Voorstel tot vaststelling van de 2e wijziging van de begroting
1977 van het gemeentelijk Grondbedrijf slot^egularisatie)
9Voorstel tot vaststelling van de 11e wijziging van de be
groting 1977 van de dienst lichamelijke Opvoeding, Sport
en Recreatie slotreqularisatie
10Aanbieding van de rekeningen over het dienstjaar 1976 van de
algemene dienst, van het gemeentelijk Woningbedrijf, van het
gemeentelijk Grondbedrijf, van de dienst lichamelijke Opvoeding
Sport en Recreatie en van de Stichting Gertrudisoord.
11Voorstel tot wijziging van de "Verordening studiefaciliteiten
Prinsenbeek 1975" met rapport van de raadscommissie financieel
beheer, onderwijs en personeelszaken.
12Voorstel tot ongegrondverklaring van het beroepschrift d.d.
12 mei 1978 van de heer A. Bertens, Hoge Weide 27, alhier,
inzake de weigering van een vergunning voor de bouw van een
tuinhuis je
Zonder hoofdelijke stemming worden de
voorstellen 7 tot en met 12 aanvaard.
13Voorstel tot ongegrondverklaring van het bezwaarschrift d.d.
16 mei 1978 'van de heer F. Luiken, Groenstraat 91a, inzake
weigering van een vergunning voor de aanleg van een skelter/
rolschaatsbaan
De heer Houtepen zegt dat de baan is aangelegd in strijd met net
huidige en toekomstige bestemmingsplan ter plaatse. Het is
niet mogelijk de gevraagde aanlegvergunning te verlenen. Hij
hoopt dat de raad zal besluiten tot aanvaarding van het voor
stel
De heer Dirven vraagt of het college nog met de heer Luiken
over deze zaak gesproken heeft, gelet op de omstandigheid
dat tijdens de vorige vergadering is gebleken dat een aantal
buren geen bezwaar hebben tegen de baan.
De voorzitter leest het verslag voor van de commissie ruimte
lijke ordening ten aanzien van dit agendapunt. De commissie
blijft, aldus het verslag, op het standpunt staan, dat de
heer Luiken heeft gehandeld in strijd met het voorbereidings-
besluit.
Het verlenen van een aanlegvergunning is niet wenselijk. In
dien de raad besluit de aanlegvergunning ook in beroep te
weigeren en de skelterbaan uitgebroken moet worden, zal dit
plaats moeten vinden door derden en niet door het personeel
van openbare werken.
Aangenomen mag worden dat de commissie zich voldoende heeft
georiënteerd in deze.
De heer Dirven zegt dat naar zijn mening geen uitspraak over het
rijden met skelters en het veroorzaken van geluid op de baan
is gedaan. Tijdens de vorige vergadering heeft hij met argu
menten betoogd dat het de voorkeur verdiende deze zaak in der