-12- 18Voorstel tot afwijzing van de aanvrage ex artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920 voor vergoeding van geleden glas schade aan de GriffioenschoolSchoolstraat 45. De voorzitter herinnert er aan, dat in het vorige jaar het zelfde verzoek is ontvangen. De Prinsenbeekse jeugd heeft volgens het verzoek de glasschade veroorzaakt. Er mag van worden uitgegaan dat het schoolbestuur deze jeugd ook kent. Verhaal op de ouders dient dan te geschieden en vergoeding door de gemeente is niet mogelijk. De heer Dirven meent dat in een geval te Middelburg dit soort algemene kosten wel ten laste van de gemeente gebracht worden. De heer Hennekam denkt dat de heer Dirven doelt op het geval dat bij de rechter aanhangig is over de wettelijke aan sprakelijkheid van ouders. Vergelijking met dit geval is echter niet mogelijk omdat het een andere zaak betreft. De heer de Hoon zegt dat de jeugd gebruik maakt van de speel plaats en het veld naast deze school om te spelen omdat er in de naaste omgeving weinig shotvelden gelegen zijn. Glasschade is daarvan het gevolg en de kosten zijn ten laste van de gewone exploitatie. Inmiddels zijn enige voorzieningen getroffen voor de ramen. De voorzitter stelt dat hieruit niet voortvloeit dat schade voor rekening van de gemeente is. Dit heeft vaak tot gevolg dat dergelijke schaden minder ernstig worden genomen omdat de kosten voor anderen zijn. Verhaal moet volgens hem inge steld worden bij degenen die de schade veroorzaken. De heer Nagelkerke zegt dat ieder kind een W.A. verzekering heeft via de ouders. Volgens de voorzitter is het al dan niet verzekerd zijn geen motief om schade ongemoeid doorgang te laten vinden. Het verhaal is wel eenvoudiger indien er een verzekering aan wezig is. De heer Dirven vraagt het college aan het schoolbestuur ken baar te maken dat in dergelijke gevallen verhaal op de ou ders dient te worden gedaan. Blijkens het verzoek is het Prinsenbeekse jeugd en daaruit volgt dat de daders bekend zijn bij het schoolbestuur. De heer de Greeuw vraagt op hoeveel jeugdigen men het oog heeft als over Prinsenbeekse jeugd wordt gesproken. Zij maken zich niet eigener beweging bekend. Indien anderen de schade hebben aangebracht dan de Prinsen beekse jeugd protesteert de heer Dirven tegen de bewuste zinsnede in het verzoek. Een veronderstelling moet ook hard gemaakt kunnen worden. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeen komstig het voorstel besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 128