-14- college het voorstel te kunnen voorleggen aan de raad en hij hoopt toch dat het voorstel kan worden aanvaard. De heer Houtepen herinnert er aan dat deze zaak in het investeringsschema is vermeld. Zijn fractie is van oor deel dat aanpassing van de Kuil doorgang moet vinden. Hij merkt daarbij op dat de plaatselijke sportadviesraad wel ingeschakeld dient te worden om dit plan zo goed mogelijk voor te bereiden. De heer Dirven is van oordeel, dat de Kuil, zoals deze er is, veilig is om te zwemmen. Tot ongeveer zes jaar geleden kostte de Kuil elk jaar een of twee mensenlevens doordat er overal en in diverse hoeken van deze plas ge zwommen werd. Het particuliere initiatief heeft dit geluk kigerwijze weten te voorkomen. Overname is destijds door de raad met instemming aanvaard, waardoor de exploitatie in handen is van de gemeente. Financieel is de Kuil niet interessant, doch dat is ook niet de bedoeling. Elke gebruiker kost f. 3,a f. 4,voor de gemeente. Prinsen beek heeft volgens hem geen streekfunctie voor wat betreft het zwemmen in de openlucht. Voor hem is dan ook het belang rijkste gegeven dat kinderen en volwassenen in hun vrije tijd veilig in de Kuil kunnen zwemmen. Tot heden is dit bijzonder goed verlopen en ernstige onge vallen zijn niet voorgekomen sedert het begin van de huidige wijze van exploitatie. Hij stemt er niet mee in, dat van de Kuil een duur bad wordt gemaakt. De exploitatie zou veel duurder worden en daardoor zouden met reclame meer mensen aangetrokken moeten worden. Op mooie zomerdagen is de Kuil nu reeds overvol. Bij het maken van reclame zal de Kuil nog voller zijn op dergelijke dagen. Bij een reëele exploitatie hoort wellicht ook een camping en in dergelijke zaken is in Nederland volgens hem voldoende voorzien. Prinsenbeek kan, naar hij meent, bijzonder gelukkig zijn met de Kuil. Vanzelfsprekend is er een aantal voorzieningen dat aangepast kan worden waaronder vooral het reinigen van de bodem. Voor het overige hoeft er volgens hem niet veel te geschieden Ten aanzien van één punt uit het plan van Grontmij, het stallen van fietsen bromfietsen bij de kleedgelegenheden- merkt hij op dat dit niet moet geschieden. Bewust is destijds de fietsenstalling daar achterwege geble ven, omdat er ook bromfietsen toegelaten zouden moeten worden. Het toelaten van bromfietsen kort bij het bad zou een oorverdovend lawaai bij starten opleveren. Een stuk rust zou dan weer verdwijnen. Door het verhuren van boten wordt het vissen zijn inziens verstoord. Hij pleit er vo< >r om van de Kuil geen dure zaak te maken, waar door het te onrendabel wordt. Anderzijds is hij wel voorstander van uitvoering van ideëen om voor Prinsenbeeks gebruik een beter geheel te krijgen, waarbij de veiligheid voorop dient te worden gesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 130