van hun vorige functie als wethouder over een rijke ervaring en goed inzicht in de praktijk van het bestuur der gemeente beschikken. Daarna stelt hij de heer van der Westen in de ge legenheid het woord te voeren. De heer van der Westen beaamt dat hij erg onverwacht zijn kan didatuur als wethouder heeft ingetrokken. Dit is voor hem geen politieke keuze geweest, doch is uitsluitend ingegeven door persoonlijke omstandigheden. Het is altijd gelukt het wethouder schap zodanig uit te oefenen dat hij dit ook lichamelijk ge makkelijk heeft kunnen doen. Gedurende de laatste weken is hij er aan herinnerd dat combinatie van het wethouderschap met zijn dagelijkse werkkring niet langer mogelijk was» Hij maakt van de gelegenheid gebruik om te zeggen dat hij prettige jaren heeft gehad in het dagelijkse bestuur van de gemeente gedurende 20 jaren, samen met de burgemeester en in de laatste vier jaren met de heer Hennekam. Weliswaar waren er verschillen van mening doch de discussies zijn gevoerd in vriend schap en in het belang van de gemeenschap. Hij is de raden van verleden en heden dankbaar voor het in hem gestelde vertrouwen. Ook dankt hij zijn echtgenote die gedurende 20 jaar het ten volle mogelijk heeft gemaakt de functie te vervullen waarvoor hij thuis nog al eens afwezig was. Ook toont hij dankbaarheid tegenover het personeel en met name de heer Geerards noemt hij in dit verband als iemand die hij reeds kende toen hij nog in de gemeente Made werkzaam was. Van het personeel heeft hij altijd meer dan de volle medewerking mogen ondervinden. Hij dankt hen daarvoor hartelijk. Over de hoofden van de raads leden dankt hij de gehele bevolking van Prinsenbeek. Zonder de inwoners van de gemeente was het voor hem en zijn partij niet mogelijk geweest te bereiken hetgeen nu is geschied. Voor hem is dit een afsluiting van een levenstaak die hij zichzelf heeft op gelegd. Hij dankt allé' leden van de raad hartelijk en hoopt op een prettige samenwerking in de komende periode in het belang van de gehele gemeente. Daarna volgt een applaus van leden der raad en het aanwezige pu bliek. 2Beëdiging van de raadsleden. De voorzitter spreekt een woord van waardering voor de wijze waar op de verkiezingscampagne is gevoerd. De gekozenen worden beëdigd volgens in de gemeentewet vastgelegde formules. Niemand van de leden wenst in plaats van de eed de belofte af te leggen. Hij vraagt de leden op te staan en leest dan de eed van zuivering voor, die als volgt luidt: "Ik zweer, dat ik, om tot lid van de raad te worden benoemd, di- rectelijk of indirectelijk, aan geen persoon, onder wat naam of voorwendsel ook, enige giften of gaven beloofd of gegeven heb. Ik zweer, dat ik om iets hoegenaamd in deze betrekking te doen of te laten, van niemand hoegenaamd enige beloften of geschenken aannemen zal, directelijk of indirectelijk De leden zeggen daarna, te beginnen met het lid Dirven, achter eenvolgens: "Zo waarlijk helpe mij God almachtig". Daarna spreekt de voorzitter de formule van de ambtseed uit: "Ik zweer trouw aan de Grondwet en aan de wetten des Rijks, en dat ik de belangen der gemeente Prinsenbeek met al mijn vermogen zal ta -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 153