De voorzitter zegt dat er een reglement van orde is
dat ook bij een nieuwe zittingsperiode van de raad
van kracht is.
De heer Dirven meent dat elke nieuwe raad het regle
ment moet vaststellen.
De heer Jansen wijst erop dat een van kracht zijnd
reglement van orde niet op de agenda behoeft te worden
vermeld. Een andere zaak is of dit reglement, in het
bijzonder voor de nieuwe leden, ter inzage gelegd wordt
bij de raadsstukken. Indien er naar aanleiding van de
terinzagelegging van het reglement vragen zijn van de
raad, kunnen deze worden besproken. Mogelijk kan dit
aanleiding zijn om op wijziging van het reglement te
attenderen. Hij vindt dat voorshands rondzending van
het reglement aan de raadsleden voldoende is.
De voorzitter bevestigt de juistheid van de door de
heer Jansen gemaakte opmerkingen. Indien de heer Dirven
hieraan behoefte heeft, kan het reglement in een vol
gende vergadering besproken worden.
De heer Dirven zegt dat drie nieuwe leden van de raad
het reglement niet hebben ontvangen en daarom ook de
inhoud ervan niet kennen.
De heren van Schaik en Lodewijks zeggen het reglement
wel te hebben ontvangen. De vraag is of het reglement
ter discussie mag worden gesteld.
De heer Dirven vraagt toezending van het reglement
van orde.
De heer Roeien vindt het een goede zaak dat in de af
gelopen periode de commissies voor openbare werken en
ruimtelijke ordening niet uitsluitend aan de raad doch
ook aan het college van burgemeester en wethouders heb
ben geadviseerd. Hij hoopt dat het college van de com
missies ook gebruik zal maken om te adviseren.
De voorzitter zegt toe de commissies in te schakelen voor
het adviseren aan het college.
De heer Lodewijks zegt dat zijn fractie er voorstander
van is om de besluitvorming die de gemeenschap betreft
zo doorzichtig mogelijk te laten plaatsvinden. Zijn
fractie is tegen het in absoluutheid houden van beslo
ten vergaderingen. Hij stelt daarom voor voor de com
missies een andere werkwijze te volgen. Deze kan erin
bestaan dat in persoonlijke zaken en in gevallen waar
in de gemeenschap geschaad zou kunnen worden, de com
missies in beslotenheid te doen vergaderen en in alle
andere gevallen te onderzoeken wanneer zij openbaar
zouden moeten zijn.
De heer Jansen zegt dat zijn fractie hierover een
ander oordeel heeft. Hij heeft er geen behoefte aan de
adviescommissie tot een openbare discussiegroep om te
bouwen. De ingestelde commissies moeten als adviescom
missies blijven functioneren.
-4-