verdedigen inzake hun problematiek. Hij heeft er moeite
mee om daarom in het vervolg de openbaarheid in te
voeren. Hij is het eens met het lid Jansen dat zulks
niet vanzelfsprekend mogelijk is. Het zou de overleg-
sfeer niet ten goede komen. Hij bedoelt daarmede de
belangenbehartiging van de inwoners. Indien erop dat
punt inspraak gewenst is, suggereert hij dat de leden
van een partij of de achterban alle informatie aan een
raadslid kan verstrekken. Op die wijze kan een probleem
zo goed mogelijk verdedigd worden.
De heer Lodewijks reageert hierop door te zeggen dat
hij de indruk heeft dat zijn voorstel om de commissie
vergaderingen in beginsel openbaar te doen zijn enigs
zins verkeerd wordt begrepen. Hij bedoelt aan te geven
in principe de vergaderingen openbaar te houden en in
bepaalde gevallen, waarin b.v. persoonlijke belangen
geschaad zouden kunnen worden, omgekeerd aan te geven
wanneer vergaderingen besloten worden gehouden.
De voorzitter zegt de heer Lodewijks wel begrepen te
hebben; hij zegt er mede akkoord te kunnen gaan de
kwestie van de openbaarheid van commissievergaderingen
nader te willen bestuderen.
De heer van der Westen vindt, dat van openbaarheid te
veel verwacht wordt, er wordt niets besloten, alleen
geadviseerd. De openheid, waarnaar men streeft is in
de raadsvergadering aanwezig, elk raadslid kan zijn
inbreng en visie geven.
De heer Lodewijks vindt het voordeel van de openbare
commissies, dat problemen meer in den brede besproken
kunnen worden dan in een raadsvergadering. Het gaat
juist om de argumenten van vóór of tegen, daar wil de
burger inzicht in hebben.
De heer van den Eijnden merkt op, dat er gediscussieerd
wordt over een zaak, die niet op de agenda voorkomt,
hij stelt voor dit in een volgende vergadering op de
agenda te plaatsen.
De voorzitter zegt toe hiervoor te zullen zorgen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
conform het voorstel besloten.
7Voorstel eerste wijziging bouwverordening logiesgebouwen.
Zonder noofdelijke stemming wordt
overeenkomstig het voorstel besloten.
8Krediet aanschaf nieuwe brandweeruniformen.
De heer van der Bom wijst op het advies van de raads
commissie financiën, waarin gevraagd wordt een uniform
voor de historie te bewaren.
De voorzitter zegt er rekening mee te zullen houden.
De heer Lodewijks vraagt zich af, waarom het krediet
zo laat wordt gevraagd, omdat men toch kan voorzien,
dat uniformen na bepaalde tijd versleten zijn of uit
de mode zijn. Nog niet zo lang geleden n.l. is een
krediet gevoteerd voor 3 nieuwe uniformen.
t
-6-