13Medewerking art. 50 Kleuteronderwijswet aanvul ling eerste inrichting speellokaal de Speelwei. De heer van den Eijnden vraagt of het juist is, dat het klimrek niet zal worden aangeschaft. Wethouder van Seventer zegt, dat dit het voorstel is van de commissie. Hij licht toe, dat we waar schijnlijk worden geconfronteerd met een af nemen van het leerlingenaantal, dan worden we, voorzichtig gezegd, ook waarschijnlijk gecon fronteerd met het leegkomen van een school. De commissie adviseert daarom niet over te gaan tot aanschaf van dit klimrek, dat na afbraak niet meer kan worden gebruikt, en alleen over te gaan tot aanschaf van speelmateriaal, dat niet "vast" zit. De heer van den Eijnden antwoordt, dat als de school ophoudt te bestaan ook het overige ma teriaal overbodig is. In het begeleidingspa troon van de kleuters komen twee hoofddoelen voor, n.l. lichamelijke en zintuigelijke ont wikkeling. Als we een kleuter omschrijven in zijn gedragspatroon, dat doet hij niets anders dan spelend en vasthoudend de wereld verken nen. Als hem nu één belangrijk ding ontnomen wordt, is het wel een klimtoestel. Wellicht is het mogelijk een klimtoestel aan te schaffen, dat niet vast-gemaakt behoeft te worden. Hij pleit zeer sterk voor aanschaf van zo'n toestel. Bovendien loopt het aantal leerlingen slechts geleidelijk terug en niet inééns, zodat op langere termijn dit toestel nog gebruikt kan worden. Hij adviseert tenslotte de aanschaf te doen in overleg met de hoofdleidster. De heer van der Westen meent, dat het voorstel van burgemeester en wethouders gaat in de rich ting van de wens van de heer van den Eijnden. Hij is er van overtuigd, dat, indien zowel school inspectie als schoolhoofd hierbij betrokken worden, een juiste beslissing zal worden genomen. De heer van der Bom heeft zich ter plaatse ge oriënteerd en is tot de conclusie gedomen, dat de school thans 76 kleuters telt en dat dit aantal dit schooljaar zal uitlopen tot 90, ofwel drie volledige klassen. Hij adviseert deze kwestie nog eens terdege te bestuderen; zijn commissie-standpunt heeft hij herzien na het horen van deze cijfers. De heer Dirven vraagt naar de bron van deze cijfers De heer Jansen vindt de discussie overbodig; indien men het advies van de commissie volgt, wordt aan iedere spreker recht gedaan. -8-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 168