-9-
Wethouder van Seventer merkt op, dat de inspecteur.zich
al over de aanvraag heeft uigesproken, aan dit advies
hebben burgemeester en wethouders zich geconformeerd.
Indien straks de experts hun decisie hebben genomen,
dan staat het college achter hun advies.
De heer van der Bom vindt de zaak eenvoudig; de inspec
tie heeft haar advies gegeven en laten we het voorstel
van burgemeester en wethouders overnemen.
De heer Nagelkerke merkt op, dat de betreffende school
slechts plm. 10 jaar oud is. Alles werd nieuw aangeschaft;
de vraag is, waar zijn de materialen gebleven.
Wethouder van Seventer antwoordt, dat de bedoelde aan
schaf tot de eerste inrichting behoort.
De heer van den Eijnden zegt het op prijs te hebben ge
steld, dat hij zijn mening heeft mogen verkondigen
naast het advies van de raadscommissie.
Wethouder van Seventer concludeert uit deze gesprekken,
dat men het er over eens is, dat het gevraagde krediet
wordt gevoteerd, met de bepaling, dat met de deskundigen
nog eens overlegd wordt welke materialen moeten worden
aangeschaft
De heer Jansen verwoordt nog eens duidelijk hetgeen
in de raadscommissie financiën hierover is gezegd en
welke motieven aan haar advies ten grondslag hebben
gelegen
Dat betekent onder meer dat de inspectie nog eens ad
vies gevraagd wordt onder mededeling van de laatstelijk
bekend geworden cijfers. Persoonlijk is spreker van
oordeel, dat deze cijfers overdreven zijn.
De voorzitter meent, dat het juist is geweest, dat deze
discussie heeft plaatsgevonden. Hij sluit deze discussie
met de opmerking, dat dit voorstel wordt aanvaard,in
dier voege, dat nogmaals het advies van de inspectie
wordt gevraagd en met de toezegging, die wethouder van
Seventer heeft gedaan, dat de raad niet voor het vol
dongen feit zal worden gesteld, dat het bewuste klim-
rek al of niet zal worden aangeschaft.
14. Medewerking art. 72 l.o. wet 1920 ten behoeve van de
H. Hartschool.
Zonder hoofdelijke stemming
wordt aldus besloten.
15Vaststelling bedrag per leerling ex artikel 55bis, en
het bedrag der administratievergoeding.
De heer van den Eijnden vraagt wat bedoeld wordt met
vermindering van het aantal gym-uren.
De heer van der Westen zegt, dat het onderdeel licha
melijke opvoeding bestaat uit gymnastiekonderwijs en
zwemonderrichtWat bij gymnastiekonderwijs vervalt,
wordt toegevoegd aan zwemonderwijs. In totaal wij
zigt er niets.
Zonder hoofdelijke stemming
wordt aldus besloten.