De heren Jansen en van der Bom willen gaarne vernemen hoe de stand van zaken momenteel is met betrekking tot de voortschrijding van de bouw van vrije sectorwoningen door de Bouw- en Exploitatiemaatschappij Bakker-Bennebroek sub g) De voorzitter antwoordt, dat de secretaris dezer dagen nog contact heeft gehad met deze maatschappij en verzoekt hem de Raad mee te delen wat het resultaat van dit gesprek is geweest De secretaris, het woord verkrijgende, zegt, dat de directie van Bakker-Bennebroek toegezegd heeft zich strikt te hou den aan de opleveringsdatum van 15 december aanstaande, een en ander, zoals beloofd in een onderhoud met de burge meester. Alleen plotseling optredende vorst kan hierin verandering brengen. De heer van der Westen merkt op, dat de oplevering eerst be hoeft plaats te vinden eind januari 1979, een en ander volgens het aannemerscontract. Vervolgens zegt hij, dat de gemeente hier geen taak heeft, aangezien het hier een over eenkomst betreft tussen aannemer en aspirant-bouwer. De voorzitter zegt zich toch wel moreel verantwoordelijk te voelen voor de gang van zaken, omdat de gemeente de bouw- kavels heeft toegewezen en de betrokken personen verplicht waren te bouwen met Bakker-Bennebroek. Juridisch heeft de heer van der Westen gelijk. In een eerder gesprek met de uitvoerder is min of meer ge garandeerd, dat de oplevering omstreeks 1 oktober zou plaats vinden. Dat is niet het geval geweest, vandaar de klacht van enkele bouwers aan de Raad. Dezer dagen is een nieuwe klacht ingediend en daarom is met de meeste spoed contact gezocht met de aannemer. Het resultaat van dit gesprek heeft u bij monde van de secre taris vernomen. De voorzitter zegt er alle vertrouwen in te hebben, dat de aannemer zijn belofte nakomt. Hij zou echter wel willen vernemen wat de Raad voornemens te doen is, voor het geval deze toezegging niet gehonoreerd zou worden. De heer Jansen zegt van mening te zijn, dat, als de gemeente bereid is de bouw van deze woningen met haar moeilijkheden mede te begeleiden, een en ander op korte termijn is op te lossen en waarschijnlijk sneller opgelost wordt dan wanneer twee partijen hard tegenover elkaar staan. De ge meente is formeel geen partij, doch kan door begeleiding de problemen mee helpen oplossen. Wanneer de gemeente daar mee onverhoopt geen succes heeft, dan zal hij zich als raadslid in de toekomst nader beraden, wanneer burgemeester en wethouders met voorstellen komen voor toewijzing van bouwkavels. Dit maakt het wellicht voor het college ge makkelijker eens informeel met de betrokkene te praten, verder kan de gemeente niet gaan. De voorzitter antwoordt, dat een dreigement nog achter de hand gehouden moet worden, doch dat van de gemeente ver wacht mag worden, dat welhaast dagelijks de ontwikkeling gevolgd wordt. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 177