Globaal gesteld komt de groei dan tot 2%. Hieruit kan worden
geconcludeerd, dat van 1% naar 5% wordt gestreefd.
Genoemde 5% moet worden toegerekend aan prijsstijgingen en
loonsverhogingen. In agendastuk 13 wordt aangegeven, dat
een eenmalige bijdrage wordt gegeven door de gemeenten Etten-
Leur en Oosterhout van f. 144.000,--. Dit bedrag wordt aan
de andere deelnemende gemeenten doorbetaald, hetgeen neerkomt
op 46 9/10 cent. Dit is een eenmalige bijdrage en kan nooit
van blijvende invloed zijn op het totale kostenpakket
De heer Jansen bestrijdt deze redenering als een denkfout.
Laatstgenoemde zegt, dat het stadsgewest een extra douceurtje
heeft ontvangen van de nieuw aangesloten gemeenten. Deson
danks geeft de begroting toch een verhoging te zien.
Spreker wil wel eens vernemen, waarom die verhogingen plaats
vinden
Ook de heren van der Bom en van den Eijnden mengen zich in de
discussie
Wethouder van Seventer bestrijdt de opvatting, dat er een
parallel getrokken wordt; dat men in één keer van f. 2,90 naar
f. 3,70 gaat. Hij stelt zich wel achter de opvatting van de
heer Jansen, dat het stuk onduidelijk gesteld is. Daarom wil
hij gaarne gevolg geven aan het verzoek van verschillende leden
om nadere informaties in te winnen.
Hij kan zich echter wel voorstellen, dat als gevolg van de
groei van het aantal deelnemende gemeenten, de top van het
bestuur moet worden uitgebreid, waardoor het kostenpakket ook
toeneemt. Daar staat wel tegenover een groter dienstbetoon;
als b.v. ook de afvalverwerking doorgaat, zal dit zeer zeker
een extra kostenpakket met zich meebrengen.
Voorts houdt de wethouder een pleidooi om zich meer bij het
gewest betrokken te voelen. Dit is niet als een verwijt be
doeld, doch het zou gewenst zijn de vertegenwoordigers uit"
de Raad in het stadsgewest een opdracht mee te geven, waardoor
men meer invloed op het gewest zou krijgen, maar ook meer
informatie zou ontvangen.
De heer Jansen concludeert, dat de wethouder bereid is nadere
informatie te geven, daarom voelt hij geen behoefte meer over
het onderwerp inhoudelijk te praten. Wel wil hij de wethouder
er op attenderen, dat hij niet accepteert, dat spreker zich
niet zou verdiepen in het wel en wee van de regio.
Het feit, dat er zoveel woorden aan gespendeerd worden is een
bewijs, dat de regio wel degelijk in de belangstelling staat.
Maar hij is niet tevreden met een informatie van algemene
aard, hij wenst gedetailleerde overzichten van de kostenver
hogingen en te vernemen welk beleid in het stadsgewest uitmondt
in deze kosten.
De heer van der Westen vraagt zich af of de onduidelijkheid
niet veroorzaakt is door het stuk zelf. Men had toch een
voudig kunnen aangeven, dat de eenmalige bijdrage van Etten-
Leur en Oosterhout zou wegvallen tegen de liquidatiekosten en
dan was er wellicht op dit punt geen misverstand ontstaan.
De heer van der Bom zegt eveneens, dat zijn partij het stads
gewest een warm hart toedraagt.
Hij zegt te vertrouwen op de uitspraak van de wethouder, dat
er nog veel informatie zal komen.
-7-