De heer Jansen kan hiermede niet instemmen.
Wethouder van Seventer zegt van mening te zijn, dat waarschijn
lijk toch een extra vergadering nodig zou zijn voor een andere,
verder op de agenda, te behandelen aangelegenheid.
De heer Dirven vindt dit onjuist, aangezien het nu gaat om het
voorstel van burgemeester en wethouders en het niet aangaat nu
al vooruit te lopen op een ander agendapunt.
De heer Lodewijks steunt het voorstel van de heer Dirven, geen
extra vergadering te beleggen, indien volledige informaties
aan de leden zullen worden verstrekt.
De voorzitter brengt het voorstel van de heer Jansen om dit
stuk in een extra raadsvergadering opnieuw aan de orde te
stellen, in stemming.
Alle leden, behalve de heer Dirven, stemmen voor het voorstel
Jansen, zodat dit stuk wordt teruggenomen voor meer informatie
in een extra raadsvergadering.
11Intekening op de factor bejaardengezondheidszorg
De heer van der Westen zegt van oordeel te zijn, dat men de
kosten zou kunnen drukken, indien men de part-time krachten
zou kunnen overbrengen naar het stadsgewest.
Wethouder Houtepen zegt deze opmerking in de commissie voor de
volksgezondheid ter sprake te brengen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt «oftform
het voorstel besloten.
12Uittreding uit de gemeenschappelijke regeling Schoolgezondheids-
dienst Etten-Leur.
De voorzitter zegt heden nog contact te hebben gehad over deze
zaak. Er is een gezamenlijk besluit om de uittreding te doen
plaats vinden per 1 januari 1980. De consequentie van eerdere
uittreding is, dat de tot dusver betaalde kosten door de andere
partners moeten worden gedragen en dat deze partners bezwaar
zullen indienen bij Gedeputeerde Staten.
Het stadsgewest heeft gezegd die meerdere kosten voor Prinsen
beek te zullen betalen. Niettemin zal Prinsenbeek voor aan
sluiting bij het stadsgewest ook haar aandeel moeten betalen.
Dit betekent, dat het stadsgewest tweemaal de kosten van
Prinsenbeek betaalt.
De voorzitter meent te mogen betwijfelen of dit in het kader
van de zojuist doorgesproken zuinigheid past.
Het zou eleganter zijn, dat Prinsenbeek zich conformeert aan
de besluiten van de andere gemeenten.
De heer Jansen vraagt of de uiteenzetting van de voorzitter
uitmondt in een nieuw voorstel van burgemeester en wethouders.
De voorzitter ontkent dit, het is zijn persoonlijke visie op
deze zaak.
De heer van der Westen is het opgevallen, dat de gemeente
Etten-Leur 1 januari 1979 niet als streefdatum heeft genomen.
De heer Jansen herinnert er aan welke motieven aan het prin
cipebesluit van de Raad ten grondslag hebben gelegen om de
datum 1 januari 1979 vast te leggen, n.l. de loyaliteit ten
opzichte van het stadsgewest.