-11- 13Nota achtste begrotingswijziging 1978 Algemene Dienst Stads gewest. Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten 14Krediet in rekening-courant met de N.V. Bank voor Neder- landsche Gemeenten en met de CoöpRaiffeisen-Boerenleenbank Prinsenbeek voor 1979. De heer van der Bom merkt op, dat hij, ondanks toezegging, de financiële condities van deze overeenkomst niet heeft ontvangen Wethouder van Seventer ziet dit als een "slip of the pen", het is inderdaad beloofd, hij heeft niet gecontroleerd of aan deze toezegging gevolg is gegeven. Omdat hij niets meer gehoord heeft neemt hij aan, dat de gevraagde stukken zijn ontvangen De heer Jansen merkt op, dat een wethouder zich niet kan ver schuilen achter een ambtenaar. Hij stelt uitdrukkelijk, dat ook als een ambtelijke fout wordt gemaakt, de wethouder ver antwoordelijk is. Hij spreekt de hoop uit, dat dit in deze zittingsperiode niet meer voorkomt. Een ander punt, aldus spreker, is de vraag of het in de positie van de heer van der Bom verstandig is naar deze condities te vragen. De heer van der Bom antwoordt, dat hij bereikt heeft wat hij wilde bereiken, het commentaar is gegeven. Wethouder van Seventer zegt daarop de bewuste opmerking terug te nemen. Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. 15Participeren in een opdracht met het Prinsenbeek Ondernemers Kontakt tot het uitvoeren van een distributie-planologisch onderzoek De heer Jansen zegt van oordeel te zijn, dat de gevreesde zuigkracht door het te stichten winkelbestand in de Haagsche Beemden Oost ook wel eens andersom zou kunnen werken. Verondersteld wordt van niet, doch dit is een onbewezen stel ling. Belang bij deze zaak heeft uiteraard de middenstand van Prinsenbeek, doch ook de middenstand van Breda en de besturen van beide gemeenten. Het voorliggende voorstel is zijns in ziens dan ook te beperkt van omvang. Hi] zou dan ook willen voorstellen meerdere partners te laten participeren in dit onderzoek. Als eerste komt daarvoor in aanmerking de gemeente Breda, omdat de uitslag van het onderzoek ook voor haar van eminent belang kan zijn. Wordt Breda er n.l. niet in betrokken, dan kan straks door de gemeente worden opgeworpen, dat men aldaar reeds diverse onderzoeken op dat gebied heeft laten verrichten en dat men geen rekening kan houden met de resultaten van dit onderzoek. Hij voegt er aan toe, dat Breda zeker de nodige onderzoeken zal hebben laten verrichten, doch geen onderzoek, doelgericht op de thans voorliggende situatie. Hij wil voorkomen, dat in de toekomst geen foutieve conclusies in bestemmingsplannen -worden-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 186