-10-
De heer Roeien meent, dat het een goede zaak is zich te
realiseren hoe het storten op langere termijn zal plaats
vinden, omdat de gemeente door aanvaarding van deze achtste
wijziging in feite de gehele afvalverwijdering uit handen
geeft
De voorzitter antwoordt, dat tien jaar storten verzekerd is
en daar kunnen de gemeenten voorlopig mee vooruit.
De heer van der Westen meent, dat de gemeente Prinsenbeek dit
niet alleen kan tegenhouden.
De voorzitter zegt tenslotte, dat in de betreffende commissie
uitvoerig van gedachten is gewisseld over de verbranding van
het afval. Uitsluitend op kostenoverwegingen heeft men be
sloten om de locaties, die nog stortmogelijkheden bieden, eerst
te benutten, wellicht dat er in de techniek ontwikkelingen
gaan baanbreken, die binnen tien jaar een betere oplossing voor
het verwerken van het afval zullen geven.
Deze redenering, aldus de heer Dirven, komt hem pragmatisch
en conservatief over. Volgens deze redenering kunnen we nog
tien jaar vooruit en dan zien we verder maar wat de toekomst
biedt
De voorzitter repliceert, dat de teneur van de beschouwingen
in de raad steeds duidt op een zuinig beleid; zou nu het
stadsgewest oplossingen gaan zoeken, die b.v. straks een be
drag gaan vergen van f. 50,per inwoner, dan zal er ook
kritiek komen.
De heer Dirven antwoordt, dat van deze informaties in het
rapport niets te vinden is. Hij vecht voor behoud van de
automonie van de gemeente en het komt er toch wel op neer,
wat de heer van der Westen heeft gezegd, n.l. of de gemeente
numeedoet of niet, het zal toch wel doorgaan.
Wethouder Houtepen concludeert, dat door aanneming van dit voor
stel het stadsgewest in de gelegenheid wordt gesteld deze aan
gelegenheid verder te onderzoeken. Om deze reden is het toch
belangrijk te weten welke beslissing de gemeente neemt.
Door de voorzitter wordt het voorstel in stemming gebracht.
Na stemming blijken negen leden vóór het voorstel te hebben
gestemd en één (de heer Dirven) tegen, zodat de voorzitter
concludeert, dat het voorstel is aangenomen.
Mededelingen/nagekomen stukken:
Notulen vergadering 12 oktober 1978.
Wat betreft de notulen van 12 oktober j.l. meent de voor-
zitter te mogen veronderstellen, dat de fracties zelf met
een initiatief-voorstel inzake het reglement van orde zullen
komen.
De heer Dirven vraagt of het mogelijk is het reglement van
orde op de agenda te plaatsen als discussiestuk.
De voorzitter voelt er niet veel voor om artikel voor artikel
ter discussie te stellen, het lijkt hem veel beter de punten,
waarvan men denkt, dat deze discutabel zijn, aan de orde te
stellen, zoals b.v. genoemd is de openbaarheid van commissie
vergaderingen, rondvraag en rondvraag voor publiek enz.
Wel is toegezegd een nota van openbaarheid aan de Raad aan te
bieden.