-31-
Naar mijn mening is het mogelijk, dat een plattegrond
aan de Meester Bierensweg wordt geplaatst bij of in de
omgeving van de bushalte aan de oostzijde van de weg.
Op lange termijn heeft een plattegrond op die plaats
meer betekenis dan aan de Spoorstraat, langs welke weg
over een viertal jaren nog slechts weinig autoverkeer
Prinsenbeek zal naderen.
Het doet hem genoegen dat het voorstel tot beplanting van
de vuilstortplaats door de Wethouder van Openbare Werken
wordt overgenomen.
Hij herinnert er aan, dat de begrotingsstukken voor het
dienstjaar 1977 besproken zijn in de commissievergadering,
die voorafgegaan is aan de algemene beschouwingen. Hij
vindt het, om niet teveel in details te verzanden, een
goede zaak om de begroting in eerste instantie in de com
missie te bespreken, zodat een aantal details in die bij
eenkomst kunnen worden verhelderd. Aan het volgen van deze
procedure geeft hij de voorkeur boven de nu gevolgde weg,
met alle begrip dat na de algemene beschouwingen de be
groting nog wel in de commissie is besproken.
Zijn fractie herhaalt het standpunt met betrekking tot
aanpassing van de Kuil dat de ruimte voor de mogelijk
heden die hij aan het College wil bieden, toch voor een
belangrijk gedeelte afhankelijk is van de medewerking van
de Inspectie voor de Volksgezondheid.
Voor een subsidie aan de Stichting B.A.K. voor de karna-
valsoptocht wil zijn fractie de trendmatige stijging van
5% per jaar als uitgangspunt aanhouden. Zijn fractie gaat
akkoord met 55 cent voor twee jaren, zodat er bij de be
groting 1979 niet over gesproken behoeft te worden.
Mededelingen van het College over een subsidie aan het
Sint Nicolaas-comité heeft hij niet gehoord. Hij herinnert
er aan dat zijn fractie van oordeel is dat het Sint Nico-
laasgebeuren ook een volksfeest voor kinderen is. Dit as
pect brengt hij nog onder de aandacht van het College.
Daarna geeft de voorzitter het woord aan de Heer Dirven.
Hij herhaalt dat Lijst één hem als C.D.A.-lijst bijzonder
welkom is, omdat hij overtuigd is dat landelijke politiek
ook in de Gemeente kan doorwerken. De V.V.D. doet dat al
sedert acht jaren en nu het C.D.A. volgt, vindt hij dat
verheugend
Hij wijst er op dat de Haagsche Beemden in april of mei
reeds bewoond worden door een honderdtal gezinnen. In 1978
zullen 450 woningen gereed komen. De voorzieningen zullen
pas later worden aangebracht en dit zal gevolgen hebben
voor de Prinsenbeekse middenstand. Hij vraagt met klem om
meer concreet stappen te ondernemen en geen afwachtende
houding aan te nemen, omdat de bewoning grote betekenis
op meer terreinen zou kunnen hebben.
Het spijt zijn fractie dat de door Casema geplaatste kasten
als zuiltjes zijn te beschouwen. In andere Gemeenten zijn
deze kasten veel kleiner. Inwendig zijn de kasten niet gro
ter dan in Breda. Hij vindt de kasten obstakels.