-33-
Hij is het niet eens met de Heer Roeien dat er een Stich
ting of andere rechtspersoon moet zijn voor een Sint-
NicolaascomitéHij stelt voor een startsubsidie te ver
lenen, waardoor het mogelijk wordt een stichting te vormen
hetgeen als voorwaarde mag worden gesteld.
Hij is enigszins geschrokken van het feit, dat de milieu-
bewustwording voldoende door het Gemeentebestuur zou wor
den geëntameerd. Enige artikelen in de Klepel zijn daar
voor onvoldoende. Hij is blij dat voor de eerste maal de
scholen aan de boomplantdag zullen meedoen.
Ten aanzien van de verhuizing van Openbare Werken naar een
ander terrein wijst hij er op, dat het terrein in de toe
komst, na het bouwen van een nieuwe loods, te klein zal
zijn om de gehele dienst te kunnen herbergen. Dan zal een
tweede terrein nodig zijn en in dat kader heeft hij ge
pleit voor onderzoek naar de mogelijkheid van opvang
elders
Hij heeft begrip voor het standpunt van de Wethouder.van
Openbare Werken, dat het niet mogelijk is steeds elk per
soneelslid gedurende het gehele jaar, ook in de winterpe
riode, werk te verschaffen.
Tenslotte herhaalt hij de door zijn fractie gedane voor
stellen met betrekking tot het verlenen van subsidie.
Voor het Sint Nicolaascomitéf.1.000,voor de Stichting
B.A.K. 60 cent per inwoner? voor de Werkgroep Haagsche
Beemden: f.2.000,voor Oranjeboom f.500,voor het
Oranjecomité f.5.000,
Met betrekking tot de gezondheidszorg merkt het lid van
Seventer nog het volgende op.
Het komt bij hem vreemd over, dat de gedeputeerde Einmahl
stelling heeft genomen met betrekking tot de bejaardenzorg,
waarover enige Gemeenten reeds tot samenwerking hebben be
sloten. Hij meent dat een lid van het College van Gedepu
teerde Staten gewestelijk moet handelen. Hij zou het zeer
op prijs gesteld hebben indien er tenminste in stadsge
westelijk verband gefilosofeerd was over de organisatie
van de bejaardenzorg. De Raad zou tevoren dienen te weten
hetgeen een bestuur op het gebied van de gezondheidszorg
zou doen. Het Stadsgewest was hierover niet geinformeerd.
De besluitvorming is niet bekend gemaakt aan de Raad,
evenals dit niet is geschied ten aanzien van de school-
artsendienst
De voorzitter vindt het enigszins vreemd, dat de leden van
de commissie Ruimtelijke Ordening door hun fractievoorzit
ter laten weten dat zij moeite hebben met het bespreken
van niet geagendeerde zaken in de commissie.
Hij wenst als voorzitter van de commissie Ruimtelijke Or
dening elk lid gaarne elke ruimte en tijd geven om stuk
ken te bestuderen die plotseling ter tafel gebracht worden.
De sfeer in de commissie is van dien aard dat dit altijd
mogelijk is.