-4-
o) Jaarverslag 1976 van het Streekarchivariaat "De
Markkant"
p) Schrijven d.d. 6 januari 1978 van de Turn- en Recreatie
vereniging "Veerkracht" te Prinsenbeek inzake gelijk
berechtiging met turnvereniging "Prinsenbeek"
q) Goedkeuring op het raadsbesluit d.d. 18 augustus 1977
tot voorlopige vaststelling van de jaarrekening 1975
van de Algemene Dienst, Woningbedrijf, Grondbedrijf,
Sportdienst en de Stichting Gertrudisoord
r) Nota van het College van Burgemeester en Wethouders
inzake de exploitatie van een overdekt zwembad;
s) Schrijven d.d. 19 januari 1978 van het woonwagencentrum
Breda inzake instemming met de aanwijzing van het terrein
Postbaan/Dennenweg voor de inrichting van een plaatselijk
woonwagencentrum voor zes woonwagens.
Ten aanzien van de nota onder letter m) stelt de fractie
Gemeenschapsbelang het op prijs tijdens elke raadsver
gadering op de hoogte gesteld te worden van het verdere
verloop.
Ook heeft de heer Roeien bij de onder letter r) genoemde
nota stukken aangetroffen waar hij herhaaldelijk naar ge
vraagd heeft. Zijn fractie volgt het in de nota neerge
legde standpunt en de daaruit voortvloeiende gevolgen.
De voorzitter deelt ten aanzien van de nota onder m) mede,
dat het bestuuur van de Stichting Gertrudisoord een rond
rit gemaakt heeft langs verscheidene complexen bejaarden
woningen
Het gemeentebestuur is voornemens om enige projecten te
bezien en daarna een voorstel te doen met betrekking tot
de bouw.
De heer Dirven merkt in verband met het bestemmingsplan
onder letter k) op, dat de gemeente Breda bijzonder snel
voortgaat met de realisering van gedeelten van de Haagse
Beemden. Hij herinnert er aan, dat b.v. in Maarsenbroek alle
sociaal-culturele voorzieningen achterop lopen bij de
woningbouw. Hij pleit er daarom voor om alle mogelijke
aktiviteiten te ontplooien om op de hoogte te zijn van
sociale, culturele, pedagogische en andere voorzieningen
die in dat gebied gerealiseerd zullen worden. Enerzijds
zou roofbouw op Prinsenbeek niet uitgesloten zijn indien
de voorzieningen achter blijven.
Anderzijds mag de gemeente Prinsenbeek niet in een oneer
lijke concurrentie gebracht worden met voorzieningen in
de Haagse Beemden. Hij vindt dit belangrijk omdat het
gebied vrij excentrisch ligt ten opzichte van de stad. Hij
vraagt er de volledige aandacht voor van het college.
De voorzitter vindt de opmerkingen van de heer Dirven juist.
De heer Hennekam bevestigt dat bij de realisering van elk
bestemmingsplan de voorzieningen parallel moeten lopen.
Primair is dit echter een bevoegdheid van het gemeentebe
stuur van Breda. Het college kan niet meer doen dan het
gestelde vooraf signaleren bij het gemeentebestuur van
Breda. Hij voegt er nog aan toe, dat van de zijde van de
middenstand in Prinsenbeek belangstelling is ontstaan om
kansen te krijgen met betrekking tot het vestigen van be-
dri jven.