p
-9-
De Heer Roeien zegt dat hij het betoog van de Wethouder
volledig kan volgen.
De procedure van toewijzing is tevoren door de fractie
voorzitters besproken.
Hij blijft daarmede volledig zijn instemming betuigen.
De keuze om wel of niet te kopen is bij de kandidaat.
Persoonlijk heeft hij tegen kandidaten gezegd:
"Zint eer ge begint"Hij vindt geen termen aanwezig om
op de gang van zaken terug te keren. Bovendien zou dat
het risico inhouden dat personen die op grond van de
prijs afgezegd hebben, nu wel kandidaat zouden geweest
zijn.
De Heer Jansen wijst er op dat de procedure ook is vast
gelegd door de Heer Nagelkerke, samen met de andere
fractievoorzitters. De procedure is volledig gevolgd.
Achteraf kan dan niet gesteld worden dat de uitkomst
van de procedure, zoals die nu voorligt, een foutieve
beslissing is geweest. Het is de gehele Raad bekend, dat
men aan de kwaliteit van het pand mocht twijfelen.
De Heer Dirven is het hiermede volkomen eens.
Hij vraagt het College wel aan de Heer Vermunt te laten
weten dat voor het geval hij nog nadere feiten of om
standigheden kan aandragen, hij daartoe wordt uitgeno
digd, opdat deze in de Raad behandeld kunnen worden.
Hij ziet thans geen redenen om van het voorstel af te
wijken.
De Heer Nagelkerke zegt dat hij steeds gezegd heeft dat
het pand geamoveerd diende te worden. Het woordje a-
sociaal wil hij wijzigen in niet-sociaal
De Heer van der Westen zegt dat er wel mogelijkheden aan
wezig waren om het pand te verbouwen, maar men mag niet
het onmogelijke verlangen.
Hij vraagt de Raad, gelet op de juist gevolgde procedure,
het voorstel te steunen.
De Heer Roeien meent uit dit geval lering te mogen trek
ken en vindt in het algemeen dat het de voorkeur ver
dient om bij aankoop van panden in bestemmingsplannen
deze te amoveren. Ook voor de verkoper is dat een pret
tiger benadering. Hij adviseert tot amoveren óf tot het
laten wonen van de verkoper in het aan te kopen pand.
De voorzitter zegt dat deze situaties per geval, dat
zich nog voordoet, zullen worden beoordeeld door het
College
Het staat de Heer Vermunt overigens vrij om nieuwe fei
ten bij het College aan te dragen. Hij vindt dat hem dit
voldoende duidelijk kan zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het
voorstel aanvaard, met de aantekening
dat het lid Nagelkerke geacht wordt
tégen het besluit te hebben gestemd.