-11-
Voorstel tot het voteren van een krediet voor het ver
breden van het gedeelte Brielsedreef gelegen tussen de
Heikantsestraat en de Mastlanddreef
De Heer Roeien steunt het voorstel, mits A.C.W. dit ob
ject subsidieert. Indien dit niet geschiedt, dient de
Raad een nieuw voorstel te ontvangen, waarbij vermoede
lijk een hoger krediet wordt gevraagd.
De Heer Hennekam bevestigt het door de Heer Roeien ge
stelde. Overigens verwacht hij de schriftelijke beves
tiging van subsidieverlening eerstdaags te ontvangen.
De Heer Dirven gaat volledig akkoord met het voorstel,
doch vindt het spijtig dat doortrekking van het fiets
pad niet tot de Bosdaldreef geschiedt, omdat dit pand
in de zomer intensief gebruikt wordt voor de Kuil en
de hockeyers
De Heer Hennekam vindt dat deze aangelegenheid beter
bezien kan worden indien het tracé van het fietspad
naar de Kuil definitief is vast-gesteld
Ten behoeve daarvan moet grond aangekocht worden en
verscheidenen hebben weinig interesse getoond. De vraag
is nog te beantwoorden of het pad via de Bosdaldreef of
via de Mastlanddreef zal gaan.
Daarna is een gefundeerde beslissing over verbreding van
de Brielsedreef veel meer mogelijk dan thans het geval
is
De Heer Dirven meent dat een plotselinge versmalling
van de weg nabij de Mastlanddreef zeer gevaarlijke ver
keerssituaties oplevert. Het fietsverkeer zal voor het
overgrote deel bij de Bosdaldreef naar rechts zwenken.
Hij pleit voor een snelle doortrekking tot de Bosdal
dreef
De Heer Hennekam meent dat tijdens uitvoering van het
werk en nadat het tracé van het fietspad naar de Kuil
bekend is, alsnog een beslissing over verbreding van de
Brielsedreef genomen kan worden.
De Heer Roeien merkt nog op, dat voor hem een verbrede
Brielsedreef anders is dan een prachtig fietspad, waar
over één der leden van het College heeft gesproken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel besloten.
Voorstel tot het voteren van een krediet voor het ega
liseren en beplanten van de vuilnisstortplaats gelegen
aan de Hooqlaarsestraat
De Heer Jansen vraagt hoeveel middelen er op andere pos
ten van de begroting vrijkomen bij uitvoering van dit
werk. Hij vraagt of het werk door derden wordt verricht
of door personeel van eigen Gemeente.
De Heer Hennekam zegt toe de gevraagde informatie te
zullen verstrekken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel besloten.