-3-
In het belang van de voorbereiding voor de komende ge
meenteraadsverkiezingen en het verder opereren van
Gemeenschapsbelang, vind ik het principieel onjuist
om leiding te blijven geven aan de fractie.
Het bestuur heeft naar aanleiding hiervan besloten de
Heer de Hoon aan te wijzen als fractievoorzitter, het
geen in bovenbedoelde publikatie reeds werd aangekon
digd. Uit het feit dat ik de Heer de Hoon mijn plaats
heb laten innemen, mag geconcludeerd worden dat ook
tijdens deze vergadering hij als zodanig zal funge
ren, waarbij ik er van uit ga dat ook in de commissie
A.R.O.B. hij mijn plaats zal innemen. Ik hoop dat voor
dit laatste geen schriftelijke stemming nodig zal zijn.
In meergenoemde publikatie wordt naar aanleiding van
eerdere uitspraken mijnerzijds aangekondigd en ik ci
teer nu "om voor U de plaatselijke politiek duidelijk
te houden zal de Heer Roeien de komende verkiezingen
voor geen enkele groepering zitting nemen in de gemeen
teraad"
Dat dit gedeelte in de publikatie aanleiding was tot
zoveel reacties van de georganiseerde land- en tuin
bouw, vooral van de gewestelijke organisatie, had ik
niet kunnen bevroeden. Men beroept zich bij deze reac
ties vooral op een uitvoerige publikatie in "Boer en
Tuinder", weekblad van de K.N.B.T.B. van 24 februari
1978, waarin ik naar aanleiding van een interview mij
nerzijds met de hoofdredacteur met betrekking tot het
C.D.A. en de propaganda voor de statenverkiezingen op
de eerste alinea staat vermeld en ik citeer wederom
"vanuit de filosofie dat je als C.D.A.'er dienstbaar
wil zijn probeer je steeds daar waar mogelijk je mede
mens te helpen. Die hulp is steeds meer nodig en loopt
parallel met het steeds ingewikkelder worden van onze
samenleving"Daar de georganiseerde land- en tuinbouw
het C.D.A. zowel landelijk als provinciaal als gemeen
telijk sterk stimuleert, beoordeelt men mijn afzijdig
blijven voor vier jaren van het C.D.A. in Prinsenbeek
als een niet dienstbare opstelling die geen enkele dui
delijkheid geeft, doch alleen de onduidelijkheid ver
groot, temeer daar het plaatselijk C.DA-bestuur al
het nodige heeft gedaan om elders dienstbaar te kunnen
zijn. Na rijp beraad en overleg kan ik niet anders
dan tot de conclusie komen dat het beter is ten halve
te keren dan volledig te dwalen. In tegenstelling tot
een eerdere uitspraak verklaar ik als C.D.A.-lid me
volledig en onvoorwaardelijk in te zetten voor het C.D.A.
Prinsenbeek, wat daarvan ook de eventuele consequenties
zouden zijn.
Eventuele consequenties, waarvan mij tot op heden overi
gens niets bekend is. Mocht deze beslissing voor Gemeen
schapsbelang aanleiding zijn om er de voorkeur aan te
geven voor de periode tot september aanstaande in mijn
plaats een andere vertegenwoordiger in deze raad te heb
ben dan zal ik daartoe alle medewerking verlenen.