m
-4-
Ik dank het college en andere fracties voor de samen
werking zoals ik die als fractievoorzitter mocht on
dervinden en wens de Heer de Hoon bij zijn werk alle
succes toe. Mag ik deze verklaring beëindigen met de
mededeling dat ik deze vergadering om half negen moet
verlaten vanwege noodzakelijke aanwezigheid elders.
Ik dank U voor Uw aandacht"
Daarna geeft de voorzitter het woord aan de Heer Jansen.
In aansluiting op de afgelegde verklaring van de Heer
Roeien geeft hij de volgende mededeling tevens verkla
ring namens het C.D.A.:
"In de raadsvergadering van 15 december 1977 en laatste
lijk in die van 12 januari 1978 werd door de Heer C.
Roeien een verklaring afgegeven met betrekking tot zijn
eigen politieke situering. Zulks was op zich gewenst
nu hij als lid namens 't C.DA./KV.Pvan Provinciale
Staten, geconfronteerd werd met de realiteit, dat
't C.D.A. zich ook binnen de gemeente Prinsenbeek als
politieke groepering voor de komende raadsverkiezingen
zal aandienen.
Het is te betreuren, dat de Heer Roeien vóóraf over de
door hem af te leggen verklaring ter zake geen contact
heeft gehad met 't plaatselijk C.D.A.-bestuur
Wij realiseren ons dat hij zijn verklaring in goede
trouw en strikte solidariteit ten aanzien van de plaat
selijke groepering, waarvan hij als raadslid in de zit
tende periode deel heeft uitgemaakt, heeft afgelegd.
Onvoldoende heeft hij zich hierbij echter gerealiseerd,
dat hij zich door de door hem afgelegde verklaring
zowel provinciaal als ook gemeentelijk in een onmoge
lijke positie heeft gebracht, ten aanzien van zijn
politieke achterban, namelijk het C.D.A. Vanuit de
C.DA-optiek is de verklaring van de Heer Roeien na
melijk voorbij gegaan aan diens primaire verantwoorde
lijkheid om als C.D.A.-exponent de belangen van zijn
C.D.A.-kiezer op zo breed mogelijke basis te dienen.
Deze belangen prevaleren boven die van een plaatselijke
politieke groepering, die op dit moment zelfs voor de
grootst mogelijke meerderheid in haar fractie uit
actieve C.D.A.-leden bestaat.
Het CD.A-bestuur Prinsenbeek heeft de Heer Roeien
dan ook gewezen op 't onjuiste van zijn stellingname
in bovenaangegeven raadsvergaderingen en hem laten
weten afstand te zullen nemen van de door hem afgelegde
verklaring
Het C.D.A.-bestuur Prinsenbeek heeft de Heer Roeien
tevens kenbaar gemaakt bij de komende raadsverkiezingen
dezer gemeente een beroep op hem te zullen doen, wan
neer haar zulks gewenst zou voorkomen"