-17-
Voor hem staat duidelijk vast dat de Raad na ongeveer
een jaar daarover gedacht en gesproken te hebben, enige
maanden geleden een besluit heeft genomen.
De woningen worden volgens dat raadsbesluit gebouwd door
de gemeente en vervolgens aan de Stichting Gertrudisoord
in exploitatie gegeven en niet aan het bestuur van Hage-
donk, hoe jammer die stichting dit ook zal vinden.
Het uitgangspunt voor het gesprek moet volgens hem het
genomen raadsbesluit zijn. Van de zijde van het tehuis van
Hagedonk mag op enigerlei medewerking worden gerekend in
dien dit bestuur stelt ook voor de belangen van de bejaar
den op te komen. Indien dit niet het geval zou zijn gaat
dit ten koste van de eigen bejaarden. Hij hoopt dat alle
partijen in het gesprek verstandig zullen zijn en tot die
conclusie zullen komen. De aanvrage van de Stichting Ger
trudisoord is eerder gedaan dan die van Hagedonk en na
veel strubbelingen gehonoreerd. Het gaat niet aan om deze
zaak nu om te keren.
De Heer Jansen attendeert er uitdrukkelijk op dat de Raad
destijds besloten heeft om deze richting te kiezen om de
bejaarden zo snel mogelijk soulaas te bieden.
Welke instantie het plan uitvoert is niet relevant.
Hij wenst dat het raadsbesluit zo snel mogelijk wordt uit
gevoerd. Er moet niet aan dit besluit getornd worden om te
voorkomen dat er over een half jaar nog steeds over formele
zaken wordt gesproken.
De voorzitter verduidelijkt dat in het oog gevat moet wor
den dat er twee soorten bejaardenwoningen zijn. Dat zijn
woningen, zoals er reeds 62 voor bejaarden in Prinsenbeek
zijn gebouwd, die niet-gekwalificeerd worden genoemd.
Voor deze woningen krijgt de gemeente geen toestemming meer
tot bouwen. Het maximale aantal daarvan is 40. De gemeente
heeft echter niet één gekwalificeerde woning, die thans
volgens de directie gebouwd moeten worden. Daarom moet aan
getoond worden dat de bediening van Hagedonk voor deze wo
ningen volstrekt gewaarborgd is. Indien het bestuur van Ha
gedonk dit niet toezegt voldoen de woningen niet aan de
kwalificatie en wordt geen medewerking verleent.
De vraag moet dan gesteld worden of men dan vecht over het
spel of over de knikkers.
Volgens de Heer Hennekam dient Hagedonk zich dit af te
vragen
De Heer Jansen pleit er voor om de bejaarden zo lang moge
lijk zelfstandig te laten wonen en van hen geen poppen te
maken.
De voorzitter meent dat Hagedonk het verlossende woord zal
moeten spreken omdat er anders geen bejaardenwoning in de
woningwetsfeer gebouwd kan worden.
Dat is de kale feitelijkheid.
Dat zijn de richtlijnen van de Minister.
De Heer Jansen zegt dat de realiteit eist dat de woningen
snel worden gebouwd.
Hij kan zich niet voorstellen dat de Minister zich tegen
over het plan opstelt.