n) Lijst van woningzoekenden in Prinsenbeek naar de toestand per
januari 1979 met opmerkingen van het college van burgemeester
en wethouders;
De heer Dirven maakt een compliment aan het college voor het
snel afwerken van woningnoodgevallen, omdat uit de lijst van
woningzoekenden blijkt, dat er slechts drie ingeschreven staan,
daterend uit 1976 en de rest uit 1977.
Hij verzoekt elk jaar bij de aanbieding van de begroting deze
lijst ter inzage te leggen.
voorzitter zegt toe het aantal (niet de namen) woningzoeken
den op te nemen onder het hoofdstuk "volkshuisvesting"
Wat het woonwagencentrum betreft merkt de heer Dirven op, dat
Prinsenbeek een van de gemeenten is, die het verst gevorderd
is in deze kwestie, (zie ingekomen stuk onder L.)
o) Rapport nr. VL-HR-22-01 Berekeningsmethode wegverkeerslawaai
voor zoneringsdoeleinden van de interdepartementale commissie
geluidshinder
p) Overzicht van het restant van het fonds aankoop kunstvoorwer
pen en een overzicht van de in 1978 aangekochte kunstwerken;
De heer Jansen wijst op een vroegere toezegging aan de Raad,
dat van het aangekochte; mededeling zou worden gedaan; naar zijn
oordeel is de aankoop van maar één schilderij meegedeeld.
De voorzitter antwoordt, dat het toch niet in de bedoeling
heeft gelegen aankopen van f. 200,— f. 300,mee te delen
aan de Raad, De aankoop van het schilderij van de meta-realis-
ten is in de Raad besproken en het schilderij van Jan Strube
is aangekocht omdat er meerdere gegadigden waren. Dit is aan
gekocht tijdens de tentoonstelling, toen zeven raadsleden over
de aankoop zijn gepolst.
De heer Dirven pleit er voor de eerstvolgende aankoop te be
stemmen voor een wandversiering achter de voorzitter in de
raadszaal
De voorzitter zegt niets te kunnen beloven.
Sê. heer Jansen vraagt op welke posten de inkomsten van de ex
posities verantwoord zijn;
De heer van Seventer zegt toe hem de volgende vergadering op
dit punt te informeren.
q) Mededeling van het college van burgemeester en wethouders in
zake het raadsbesluit d.d. 14 december 1978 tot vernieuwing
van het platte dak van de sporthal
De stukken a tot en met q worden voor
kennisgeving aangenomen;
r) Schrijven d.d. 22 januari 1979 van het raadslid A.J.J. van den
Eijnden inzake vragen omtrent afschaffing van de hondenpenning;
De heer van den Eiinden verwacht een antwoord van het college
van burgemeester en wethouders op dit schrijven.
De voorzitter antwoordt, dat het vorig college al niet meer
voor een penning voelde, omdat de rijkspolitie had meegedeeld,
dat recherche vrijwel onmogelijk is vanwege het groot aantal
loslopende honden.
De heer Roeien merkt op, dat aan de penning van destijds een
raadsbesluit ten grondslag ligt en dat burgemeester en wet
houders gehouden zijn een raadsbesluit uit te voeren. Als hier
van afgeweken wordt, dient de Raad daarover te worden geïnfor
meerd
-5-