-2-
3Ingekomen stukken.
De voorzitter zegt nog een stuk aan dit agendapunt te heb
ben toegevoegd, n.l. een schrijven van de plaatselijke drum
band, hoewel hierover nog geen eindbeslissing is gegeven.
De nieuwe methodiek ten aanzien van ingekomen stukken luidt
in het vervolg dat het stuk de volgende vergadering in de
Raad wordt aangeboden met het voorstel dit in handen van
burgemeester en wethouders voor nader advies te stellen.
De heer Roeien merkt op, dat in sommige gevallen commissies
ingeschakeld zullen moeten worden; hij verzoekt deze moge
lijkheid eveneens in te bouwen, hetgeen door de voorzitter
wordt toegezegd. De behandeling zal zo vlot mogelijk plaats
vinden
a) Persberichten nrs6 t/m 9 en 5e extra editie Streekplan
West-Brabant van de Provincie Noord-Brabant;
b) Voorlichtingsbulletin nr. 39 van het Stadsgewest Breda;
c) Schrijven d.d. 7 februari 1979 van het Stadsgewest Breda
in antwoord op ons schrijven van 12 december 1979 inza
ke nadere toelichting begrotingen 1979;
d) Brief d.d. 10 februari 1979 van de Kerkeraad der N.H.
Gemeente met verzoek om instemming en het steunen van
zijn actie tegen abortus provocatus
e) Brief d.d. 2 maart 1979 van de Voedingsbonden FNV ter
nadere toelichting op de problemen rond de opheffing van
de melkventerij bij zuivelonderneming Campina;
f) le en 2e begrotingswijziging 1978 van het Woonwagenschap
Breda
g) Koninklijke goedkeuring op het raadsbesluit van 14 de
cember 1978 tot 5e wijziging van de verordening reini
gingsrechten 1975;
h) Brief d.d. 9 februari 1979 van de heer A.H. van den
Bliek, Bosloop 22 met verzoek tot uitstel van de ver
plichting tot het in overeenstemming brengen van zijn
verbouwing met de aan hem hiervoor verleende bouwver
gunning; (tegen de aanschrijvingen van ons college d.d.
4 en 30 januari 1979 is beroep op de raad niet mogelijk)
De heer Jansen zegt, dat hem uit informaties is gebleken,
dat de heer van den Bliek wel bereid is te voldoen aan de
verplichting, die hem door het college is opgelegd, doch
hij zou enig uitstel willen uit financiële overwegingen.
Hij vraagt of aan het verzoek van de heer van den Bliek
enigszins tegemoet kan worden gekomen, indien deze infor
matie althans juist is.
De voorzitter antwoordt, dat betrokkene zijn bouw heeft ge
realiseerd volgens het eerst ingediende plan, dat door
burgemeester en wethouders is afgewezen. Hij heeft de over
tuiging, dat betrokkene deze kwestie niet correct behandeld
heeft.
Hij verwerpt het argument, dat betrokkene eerst een jaar
wil sparen om de bouw te voltooien: een hypotheek of per
soonlijke lening kan hem onmiddellijk uit de problemen hel
pen.
Wel, zo zegt de voorzitter, is besloten aan betrokkene uit
stel van 3 maanden te verlenen wegens de strenge en aan
houdende vorst.