-4' De heer Nagelkerke zegt de brief van een 65 plusser bij de in gekomen stukken te missen. Er is wel in de vergadering van de raadscommissie financiën over gesproken. De voorzitter zegt, dat dit stuk niet als een beroep op de Raad kan worden aangemerkt, doch een schrijven is gericht aan burgemeester en wethouders. Wethouder van Seventer legt uit, dat een heffing, als hier be doeld, gebaseerd is op een verordening. Burgemeester en wet houders moeten deze verordening uitvoeren, dus heffingen op leggen. Belastingtechnisch gezien is één vast bedrag per aangeslotene de meest eenvoudige manier om de heffing te doen plaats vinden, mits geen uitzonderingen worden gemaakt. Het mag dan altijd niet de meest billijke heffing zijn, doch terwille van een vlotte heffing vindt dit plaats; iedere uitzondering zal tot willekeur leiden. Uit geen der bescheiden blijkt, dat over reductie, b.v. voor be jaarden, wordt gesproken. De heer Nagelkerke wijst op een passage in een verslag van een vergadering van de raadscommissie financiën, waaruit blijkt, dat in bepaalde gevallen verzoeken om een lagere aanslag zou den worden bezien. De wethouder antwoordt, dat dit inderdaad bekeken is, doch het is zeer moeilijk uitzonderingen te maken, omdat dan geen gren zen meer te trekken zijn. Overigens worden de ingekomen stuk ken, genoemd onder a tot en met r voor kennisgeving aangenomen. 4Mededeling Gewestraad. De heer van den Eijnden vraagt of het mogelijk is de raads leden een exemplaar van het structuurplan West-Brabant toe te zenden. De heer Hennekam antwoordt, dathet de bedoeling is een popu laire omschrijving van dit plan te ontwerpen en in handen van alle gemeenteraadsleden te stellen. Uit practische overwegingen is het niet doenlijk dit concept aan alle raads leden toe te zenden; de voorbesprekingen bevatten alleen al 12 rapporten. Bovendien is dit plan nog niet afgerond. De heer van den Eijnden bedoelt toezending van het plan, en niet de stukken, die daarover geschreven zijn. Voor de raads leden is het gemakkelijk het plan in voorkomende gevallen te raadplegen. De heer Nagelkerke zegt de tijd niet te kunnen vinden om al die stukken door te nemen; bovendien merkt men volgend jaar dan weer dat de drukkosten enorm zijn toegenomen. De heer Roeien vraagt de voorzitter naar een manier te zoe ken om de raadsleden, die daaraan behoefte hebben, de ge legenheid te geven dit plan langere tijd te bestuderen, c.q. dit in eigendom te kunnen toezenden. De voorzitter rondt deze discussie af met de toezegging, dat hierover in het college nader zal worden gedacht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 129