-8-
De heer de Hoon erkent, dat het belang van de bejaarden cen
traal staat. Bij de Stichting Bejaardenhuisvesting Prinsenbeek
bestaat de vrees, dat de verantwoordelijkheid bij Hagedonk komt
te liggen, en men schrikt terug voor negatieve publiciteit.
De heer Hennekam wijst er nogmaals op, dat op de eisen van Hage
donk, zoals die zijn gesteld, onmogelijk kan worden ingegaan,
en citeert een deel van het verslag, opgemaakt naar aanleiding
van een bespreking met Volkshuisvesting. Uit deze passage blijkt,
dat niet mag worden overgegaan tot uitbreiding van personeel
en dat van een alarminstallatie maar zelden gebruik wordt ge
maakt, ze moet er echter wel zijn voor noodgevallen.
Hij vraagt de heer de Hoon te willen erkennen, dat de eis van
f. 50.000,(thans wellicht f. 60.000,--) een niet te nemen
drempel is, of hij dit wil meenemen in het stichtingsbestuur
en van het resultaat zo mogelijk in de komende raadsvergadering
melding te maken.
De heer de Hoon zegt toe deze vragen te zullen bespreken in de
komende bestuursvergadering van de Stichting Bejaardenhuisves
ting Prinsenbeek.
De heer van den Eijnden vraagt zich af door wie de bejaarden
in Hagedonk geholpen worden, als de verpleegster een eigen be
jaarde te hulp moet komen, in dat geval zijn de overige bejaar
den toch ook alleen
De heer de Hoon antwoordt, dat via de intercom een andere ver
pleegster wordt opgeroepen.
De heer Dirven voegt er nog aan toe, dat het hier niet betreft
een uitbreiding van Hagedonk.
De bewoners van de te bouwen bejaardenwoningen hebben geen be
trokkenheid met Hagedonk, dan een telefoontje voor noodgevallen;
de zorg van Hagedonk mag zich niet indringend uitstrekken tot
deze bewoners, want dan komt men op het gebied van verzorging
en dat is een heel ander terrein.
De voorzitter wil de discussie sluiten en stelt de heer de Hoon
voor een bespreking met het voltallig bestuur van de Stichting
Bejaardenhuisvesting Prinsenbeek te willen arrangeren om alle
aspecten nog eens door te spreken.
De heer Jansen gaat met dit voorstel accoord, doch met handha
ving van het raadsbesluit als uitgangspunt.
De heer van der Westen zegt niet te begrijpen waar het Wit Gele
Kruis bedoelde dertig bejaarden vandaan haalt; de Stichting
Gertrudisoord wijst de woningen toe aan de hand van een daartoe
opgestelde lijst.
De heer de Hoon antwoordt, dat het uiteraard niet in de bedoe
ling ligt, dat het Wit Gele Kruis gaat toewijzen, doch men heeft
hem een indicatie gegeven om hoeveel bejaarden het gaat. Het
worden gekwalificeerde woningen, dus deze worden niet toegewe
zen aan "normale" bejaarden.
Dit laatste wordt door de heer van der Westen ontkend.
Ook de voorzitter ontkent dit met de opmerking, dat het hier
niet gaan om "gekwalificeerde bejaarden", doch om "gekwalifi
ceerde woningen"
De heer Hennekam vraagt de heer de Hoon het standpunt van de
Raad, zoals dat door hem is vertolkt, in de eerstkomende ver
gadering van de Stichting Bejaardenhuisvesting Prinsenbeek toe
te lichten.
De heer de Hoon zegt dit toe en zal enkele data met de voorzit-