-7-
6) Dit agendapunt wordt verschoven naar het einde van de vergadering.
7) Aanleggen fietspad en weqverbredinq Neelstraat en aanleggen fiets
pad in de Mastlanddreef
De heer Dirven vraagt of het aanstraten van een stenen fietspad naast
een asfaltweg spoedig grote openingen gaat geven.
De heer Naqelkerke herinnert aan het advies van de raadscommissie van
openb.werken om eerst een vrijliggend fietspad aan te leggen aan de ene
zijde van de Neelstraat en met het verbreden van de andere zijde van
de Neelstraat te wachten op de ontwikkeling van de situatie.
Bovendien moet bezien worden of al of niet brommers kunnen worden toe
gelaten op dit fietspad.
De heer Roeien licht het advies van de commissie nader toe.
Wethouder Houtepen zegt toe het advies van de commissie te zullen vol
gen en de voorgestelde mogelijkheden te zullen gaan onderzoeken.
Wat de vraag van de heer Dirven betreft, verwijst de wethouder naar de
Overveldsestraat, die het bewijs heeft geleverd, dat deze oplossing uit
stekend functioneert.
Met inachtneming van het advies aan de raads
commissie financiën wordt aldus besloten.
8) Vaststelling vierde wijziging begroting 1978 gemeentelijk woningbe
drijf.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus
besloten.
9) Voorstel 53e wijziging begroting 1978 en 11e wijziging begroting 1979
algemene dienst.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus
besloten.
10) Voorstel le begrotingswijziging woningbedrijf.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus
besloten.
11) Nota inzake verzoek drumband voor een subsidie voor het vernieuwen van
de uniformen.
Nadat wethouder van Seventer op een vraag
van de heer van der Westen, welk bedrag nu
uiteindelijk als subsidie verstrekt wordt,
geantwoord heeft, wordt zonder hoofdelijke
stemming aldus besloten.
12) Voorstel betreffende het ontwerp tot le wijziging van de begroting 1979
van het woonwaqenschap Breda.
De heer Roeien waarschuwt er voor, dat Prinsenbeek wel eens voor de
zelfde situatie geplaatst kan worden, dit betekent, als we "ja" zeggen
tegen dit voorstel, dat we voor deze extra last zullen moeten op
draaien.
De voorzitter licht de nota van Burgemeester en Wethouders en de voor
geschiedenis nader toe, hij kan de common sense van het voorstel van
het woonwagenschap nog wel begrijpen, doch burgemeester en wethouders
menen, dat iedere gemeente haar eigen kosten moet dragen; de raad heeft
hierin het laatste woord.
De heer Hennekam meent, dat de gemeente verplicht is mee te betalen, we
kunnen wel bezwaar aantekenen, doch als het woonwagenschap besluit te