De heer Hennekam zou aan die conclusie willen toevoegen hetgeen
hij eerder gezegd heeft over de nota, n.l. het woord "afwijzen"
corrigeren in "voorlopig voor kennisgeving aan te nemen" en
onderbouwen wat door de heer van den Eijnden en andere is gesugge
reerd.
Aldus wordt besloten.
14) Dit_ agendapunt wordt) vsrsch.ovsn nsisr hst sinds vsn ds ysrc)3dsri.nQ»
15) Nagekomen stukken en mededelingen.
a) het rampenplan is gereed, doch kan niet in de vergadering van
mei aanstaande worden aangeboden, orndat het plan van Prinsen
beek afgestemd moet worden op het plan van Breda, dat kan echter
niet vóór 17 mei aanstaande. Redelijkerwijs kan de mededeling
aan de Raad in juni geschieden;
b) bij de ingekomen stukken - met advies de stukken in handen van
burgemeester en wethouders te stellen voor nader rapport -
dienen alsnog te worden opgenomen de bezwaarschriften van de
heer Duijnstee en Klaverblad B.V.
c) het bestemmingsplan buitengebied ligt momenteel ter visie.
De heer Roeien adviseert burgemeester en wethouders eventuele
reclamanten te doen horen in de raadscommissie ruimtelijke orde
ning.
De voorzitter zal wethouder Houtepen vragen met dit voorstel re
kening te houden.
d) bouw huisvesting scouting annex judo.
De voorzitter geeft hierover een korte toelichting. Op een vraag
van de heer Roeien om meer informatie, antwoordt de voorzitter,
dat hij straks de vergadering tijdelijk zal schorsen voor nader
beraad; tijdens de duur van de schorsing kunnen de raadsleden
kennis nemen van het stuk. (zie einde vergadering)
e) bouw bejaardenwoninqen: behandeling na agendapunt 6 aan het
einde van de vergadering.
6) Discussienota Stadsgewest Breda met betrekking tot de nota ruimte
lijke hoofdstructuur van het ontwerp Streekplan West-Brabant.
De bespreking wordt gesplitst in de ruimtelijke hoofdstructuur van
het ontwerp streekplan West-Brabant om daarna deze zaak te enten
op het stadsgewestelijk plan.
De heer Roeien heeft de indruk, dat de beide nota's nog al eens met
elkaar verward worden. Het gaat om de ruimtelijke hoofdstructuur
i n het ontwerp streekplan West-Brabant, waarbij het provinciaal
bestuur gevraagd heeft via het stadsgewest commentaar te leveren.
Allereerst verzoekt spreker tijdig aan dit verzoek te voldoen.
De heer Roeien beperkt zich tot enkele essentiële zaken; enerzijds
in de algemeenheid van het streekplan, anderzijds in het belang
van de functie van Prinsenbeek binnen de ruimtelijke ontwikkeling
in dat streekplan;
1) gesproken wordt over de problematiek van de overloop vanuit de
randstad. Hij is aarzelend bereid "ja" te zeggen tegen de over
loopfunctie naar West-Brabant, echter gekoppeld aan een gelijk
matige ontwikkeling van de werkgelegenheid; die minstens even
redig moet zijn als ze door de toename van de overloop veroorzaa
wordt.
-10-