-15- zorg dragen, dat de Haagsche Beemden en misschien ook de andere bouwblokken bevolkt worden door personen uit de stadsrandgemeenten en tegen dat laatste verzet zijn fractie zich. Er is dus sprake van een strijdigheid en daarop dient in het commentaar melding van worden gemaakt, zowel aan het stadsgewest als aan gedeputeerde staten. Een bedrijventerrein in Prinsenbeek is noodzakelijk, ook al omdat de Gageldonkseweg door de gebiedsafstand als bedrijventerrein is komen te ontvallen. In het rapport wordt verder gezegd, aldus de heer Roeien, dat Prinsen beek en Terheijden geen functie meer wensen te vervullen in de over loop. Zijn fractie wil ook, duidelijk stellen, dat Prinsenbeek geen leefgemeenschap is, waar overloop nog opgevangen kan worden. De bouw van een N.S. station wordt positief ondersteund. Zijn fractie is op dit moment nog niet zover, dat men instemt met de gedachte om de grondverwerving op een wat breder dan gemeente lijk niveau te doen plaats vinden. Overleg en afstemming op elkaar is een goede zaak, maar die taak dient op dit moment nog niet uit handen gegeven te worden. Een goed fietspadenplan binnen stadsgewestelijk verband wordt door zijn fractie op hoge prijs gesteld, de heer Dirven heeft zijn standpunt al eerder nader aangegeven. Spreker meent, dat het niet alleen bij plannen moeten blijven, hij dringt aan op realisering. Zijn fractie verzet zich tegen de gedachte, dat kleine kernen zou den moeten groeien omwille van de groei, om b.v. een volledig basis onderwijs in stand te houden, om een volledig winkelvoorzieningen- pakket in stand te houden, omdat men dan het eigene van die kern binnen korte tijd gaat verliezen. Enige flexibiliteit is wenselijk, dus geen starre benadering. Spreker memoreert voorts nog de stankoverlast door de zuiverings installatie; hij adviseert bij het stadsgewest aan te dringen op spoedige maatregelen door het waterschap West-Brabant. Op pagina 50 van het bijlagenboek wordt opgemerkt, dat, en spreker citeert: "dit geldt eveneens voor de dichtbij de kern gesitueerde bio-industrie, "men heeft daar stankhinder van". Dit is een storende opmerking; hij hecht er aan de juiste term te gebruiken. Als óver bio-industrie gesproken wordt, gaat het om bedrijven met drie vol waardige arbeidskrachten. Die kennen wij in Prinsenbeek niet, be doeld worden veredelingsbedrijven. De stankoverlast wordt wel erkend, doch de bestrijding daarvan dient niet geregeld te worden in een gewestelijk structuurplan, de hinder wet biedt daarvoor waarborgen. Wethouder Houtepen erkent de stankeverlast van de zuiveringsinstal latie en zegt toe dit aan het stadsgewest te rapporteren, evenals de afvalverwerking. Ten aanzien van dit laatste worden nog nadere voorstellen van het stadsgewest verwacht. De voorzitter merkt nog op, dat de weg naar Hoeven nog wel op de kaart staat, maar vrijwel zeker zal worden afgevoerd. De heer Roeien wil in het commentaar ook deze kwestie aangeroerd zien, met verwijzing naar de oude correspondentie. Op verzoek van de heer Roeien, zegt de voorzitter toe de uitgaande brieven naar Gedeputeerde Staten en het Stadsgewest in copie te zenden aan elk der raadsleden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 163