-8- AFSCHEIDSWOQRDEN van de burgemeester. De voorzitter vangt aan met de woorden, dat het hem nog steeds spijt dat er geen dames in de raad vertegenwoordigd zijn. Zijn werk in deze gemeente in de afgelopen 34 jaar heeft hij met veel liefde gedaan. Afgezien van de donkere dagen, die ieder in zijn carrière wel meemaakt, slaat de balans toch sterk door in het voordeel, dat dit ambt voor hem betekend heeft. Het feit, dat hij zich in deze gemeente altijd gelukkig heeft gevoeld, heeft hem ook doen besluiten hier te blijven wonen. Hij wil echter vrije burger zijn en zich niet politiek binden. Over de raadsleden zelf zegt spreker, dat hij nog nooit een echt moeilijk iemand heeft meegemaakt. Voor zover hem dictatoriaal beleid verweten wordt, verwijst de voorzitter naar de eerste jaren na de oorlog. De bezoldiging van de toenmalige wet houders was zo slecht, dat van hen ook niet veel geeist kon worden; de consequentie was, dat vrijwel alle portefeuilles dan ook door hem be heerd werden; het is begrijpelijk, dat er dan altijd iets dictatoriaals in het beleid ligt opgesloten. Geleidelijk aan is evenwel de bezoldiging verbeterd; persoonlijk twijfelt hij er aan, of een gemeente van plm. 10.000 zielen niet aan een derde wethouder toe is. Zelf heeft hij diverse portefeuilles gehad; de vraag is of zijn opvolger die wenst over te nemen. Zo niet, dan worden de wethouders weer zwaarder belast. Sprekend over politieke partijen in deze raad, merkt hij op, dat het CDA uit een minderheidspositie is opgeklommen tot een meerderheidspositie, waarbij zij zelfs uit een oogpunt van verdelende rechtvaardigheid een wethouderszetel aan een andere partij heeft geschonken. Voor het opbrengen van deze moed, moet men wel respect hebben. Zolang als spreker de heer Jansen al kent, en dat is al geruime tijd heeft hij hem beschouwd als een waarig tegenspeler. Zij hebben prettig samenge werkt ook al verschilden zij wel eens van mening. De heer Hennekam, thans niet aanwezig, is zich aan het ontwikkelen als een exponent voor het behoud van de gemeentelijke zelfstandigheid; momenteel is hij bezig in Limburg de gemeentelijke zelfstandigheid te bestuderen en men mag zich gelukkig prijzen, dat juist hij daar zijn werk verricht. De heer Roeien, lid van provinciale staten, kan de gemeente ook vanaf die plaats van dienst zijn; hij dankt hem ook voor de samenwerking in het col lege enkele jaren geleden. In deze dank betrekt de voorzitter tevens de heren van der V/esten, piet wie hij 20 jaar lang in-'het college heeft samengewerkt, alsmede de heren van den Eijnden en van Schaik. De heer Dirven mag dan, aldus spreker, wel eens een moeilijk mens genoemd worden, zijn werk voor Prinsenbeek aan de Prinsenbeekse redactietafel, het exploreren van het gemeente-archief, zijn werk voor de Bak en onlangs nog voor het Oranje-comité wordt door hem op hoge prijs gesteld en de gemeente mag zich gelukkig prijzen zo iemand in haar midden te hebben. Gemeenschapsbelang heeft spreker altijd na aan het hart gelegen, misschien wel omdat zij geen binding heeft met de landelijke politiek. De heren van der Bom en de Hoon zegt spreker gaarne dank voor de vriendelijke wijze waar op zij de doelstellingen van het college zijn tegemoet getreden. De leden van de P.v.d.A, de heren Lodewijks en Nagelkerke dwingen spreker respect af voor de wijze, waarop zij hun politieke doelstellingen in deze gemeente etaleren; het is op een faire wijze, dat dit gedaan wordt en spre ker wenst hun ook succes toe met hun toekomstige arbeid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 176