-8-
De heer van der Westen meent, dat eventuele stagnatie niet in de
schoenen van de gemeente geschoven kan worden.
De voorzitter zegt er op te zullen toezien, dat een dergelijke ont
wikkeling in de toekomst zich niet zal herhalen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus
besloten.
16c.1) Voorstel inzake beheer en exploitatie van het gebouw Eikebos.
De heer Roeien, zegt dat met termijnen noq nooit zo snel is gewerkt.
Op 19 juni wordt door de commissie een brief geschreven, op 19
juni wordt een voorstel aan de gemeenteraad gemaakt en spreker
vindt 20 juni het voorstel in de bus.
Het is onmogelijk over dit voorstel fractioneel overleg te ple
gen. Aan dit voorstel wordt de problematiek van de bibliotheek ge
koppeld. Hij onderkent een aantal beleidszaken en hij vindt het
jammer, dat dit stuk als nagekomen voorstel behandeld wordt.
De heer Roeien wil geen spelbreker zijn, doch hij zou willen aan
raden deze problematiek te behandelen in een extra raadsvergade
ring.
De heer Dirven bestrijdt de opvatting van de heer Roeien, dat hij
geen gelegenheid heeft gehad dit stuk in zijn fractie te bespre
ken.
Hierna ontspint zich een discussie tussen de heer Roeien en de
heer Dirven over de mogelijkheid tot fractie-overleg.
De heer Dirven vindt uitstel tot augustus een groot probleem, de
door de raad ingestelde beheerscommissie ondervindt moeilijkheden
met de beheersverordening en daarom vraagt deze commissie een
principe-uitspraak om verder te kunnen werken. Zoals het er nu bij
staat, kan deze commissie niet doorwerken. Uitstel betekent dus,
dat de commissie in zijn werkzaamheden belemmerd wordt.
De heer Roeien blijft bij zijn advies voor een tussenvergadering,
omdat hij enkele zaken nog wil doorspreken met zijn fractie.
De heer van der Bom wil door vertrouwen de commissie de mogelijk
heid geven tot verder werken. Er zitten tenslotte ook drie raads
leden in.
De heer Roeien zegt, dat het vertrouwen in de commissie niet ter
discussie staat; het gaat er niet om de commissie in de wielen te
rijden, vandaar zijn voorstel van een tussenvergadering.
De heer Dirven houdt opnieuw een pleidooi voor het verzoek van de
commissie tot een principe-beslissing te komen.
De voorzitter is van mening, dat van wantrouwen tegen de commissie
geen sprake is.
De heer van den Eijnden vraagt schorsing van de vergadering voor
nader beraad.
De heer Hennekam herhaalt, dat het in niemans bedoeling kan liggen
het de commissie moeilijk te maken. Er is geen sprake van, dat
de commissie niet het vertrouwen zou hebben van de Raad.
Spreker is van oordeel, dat de huidige periode gekenmerkt wordt
door niet op hoog bestuurlijk niveau staande besluiten van de raad.
B.v. leden van deze commissie voeren het woord en komen op voor de
belangen van deze commissie. Hier ligt een voorstel van b. en w.,
terwijl de wethouder van financiën ook lid is van deze commissie.
Het punt is n.l., dat de Raad een beheersverordening heeft vast
gesteld, binnen welke de commissie moet gaan werken. Deze verorde-