-10-
moet met de verenigingen gesproken worden enz. Men moet echter
dan ook afspraken kunnen maken en dat is binnen dit bestel niet
mogelijk.
Ook is binnen de raadscommissie financiën duidelijk afgesproken,
dat om de drie maanden een financieel rapport aan de Raad zal wor
den voorgelegd.
Wil deze commissie werkelijk kunnen werken, dan moet deze commis
sie ook enige armslag hebben, anders kan men onmogelijk komen tot
een gezonde opzet van Eikebos.
Wat het terugbrengen betreft van de gelden voor de opening tot
f. 5.000,daarmee gaat de commissie accoord, een en ander zal
dan wat soberder moeten plaats vinden, dat is echter geen bezwaar.
Wat de beschikbaarstelling van f. 25.000,betreft, het is geen
krediet wat gevraagd wordt, doch slechts een voorschot, om tot
1980 te kunnen werken. En of dit nu geboekt wordt ten laste van
de gemeente of ten laste van de commissie, dat is geen probleem,
het gaat er alleen maar om, dat er gelden zijn om te kunnen behe
ren.
Hij zou de raad met klem willen verzoeken mee te gaan in de ge-
dachtengong van deze commissie, die, zoals herhaaldelijk deze
avond is gezegd, het volledig vertrouwen van de Raad geniet. In
die gedachtengang is het noodzakelijk te kunnen praten en afspra
ken te kunnen maken met verenigingen en dus niet gebonden te zijn.
Aan de hand van het bedrag, dat de Raad voteert, zal een openings
program worden opgesteld.
Tenslotte wordt een voorschot gevraagd. Hoe dat verstrekt wordt, is
niet belangrijk,als het er maar komt.
De heer van der Bom steunt het voorstel van de heer Dirven met de
toevoeging dat indertijd al min of meer is toegezegd, dat de com
missie moet kunnen werken en dat de moeilijkheden zouden worden
aangepast.
Het terugbrengen van het openingskrediet tot f. 5.000,vormt voor
Gemeenschapsbelang geen probleem.
De commissie moet een voorschot kunnen hebben om te kunnen werken,
desnoods met een verantwoording achteraf.
De heer Naqelkerke meent, dat de partijen voor wat het openings
krediet betreft wel tot elkaar zijn gekomen; ook hij is van mening,
dat het verstrekken van een voorschot op zijn plaats is.
Punt 1 moet aldus de heer Nagelkerke eigenlijk ook geen moeilijk
punt zijn. Als dat normale huren en prijzen zijn, dan heb ik daar
mee geen moeite.
De heer Hennekam wijst de heer Nagelkerke er op, dat ook hij heeft
meegewerkt aan het vaststellen van de beheersverordening en dat
ook hij aan deze regels gebonden is.
Wethouder van Seventer benadrukt, dat na een tweede vergadering van
de commissie deze leemte al naar voor is gekomen; daar kunnen we
niet om heen. Er wordt niet gevraagd vanavond de verordening te
wijzigen, er wordt slechts een beginsel-uitspraak gevraagd; het
wijzigen kan later geschieden.
De heer Hennekam vraagt of wethouder van Seventer spreekt namens
B en W of a titre personel waarop laatstgenoemde antwoordt: "ik
spreek namens B en W"Hij vervolgt met de opmerking, dat de eerste
vraag het belangrijkste punt is, omdat de commissie in de gelegen
heid gesteld moet worden om te werken.
Op een desbetreffende vraag van de heer Hennekam, of dit voorstel
door B en W gesteund wordt, antwoordt wethouder van Seventer beves
tigend.