-5-
4. Gewestraad.
De heer Dirven zegt het op prijs te stellen, dat de plaatsvervangend
afgevaardigde in de gewestraad op de hoogte wordt gesteld bij verhin
dering van de eerstaangewezene.
De heer Hennekam bevestigt hetgeen de heer Dirven heeft gesignaleerd
en zal zijn verzoek ter harte nemen.
Overigens zijn er geen mededelingen te
doen.
5. Voorstel van het Stadsgewest Breda inzake het geven van medewerking
aan uitbreiding voorlichtinqsaktiviteiten van het Stadsgewest.
De heer Jansen zegt van oordeel te zijri, dat als nu met dit voorstel
zal worden ingestemd, het college zich bindt voor de toekomstige be
grotingen. Het advies van de raadscommissie financien luidt dan ook,
dat een en ander verwerkt moet worden in de begroting 1980 en niet
bij tussentijds besluit dit goed te keuren met de consequenties van
personeelsbezetting die daaraan verbonden zijn. Eventuele moeilijk
heden kunnen met een tijdelijke kracht worden opgelost, doch dat is
een zaak van het stadsgewest.
De heer Dirven heeft ook ernstige twijfels ten aanzien vari dit voor
stel; via Klepel en andere media kan aan onze eigen inwoners voldoen
de informatie gegeven worden over het stadsgewest. Ook hij wil deze
kwestie uitstellen tot de behandeling van de begroting 1980.
De heer Lodewijks is het in grote lijnen eens met de mening van de
heren Jansen en Dirven, ofschoon hij het voorstel zeer formalistisch
vindt. Gevraagd wordt namelijk een principe-uitspraak over de wense
lijkheid van voorlichting. Het college van burgemeester en wethouders
gaat hierop niet in, doch beperkt zich tot de constatering, die voor
namelijk procedureel en begrotings-technisch van aard is. Dit laatste
wordt echter niet gevraagd.
Er is geen enkele reden om nu al te filosoferen over de wenselijk
heid en de financiële haalbaarheid van een en ander voor 1980.
Ook al zou men er positief tegenover staan, dan nog heeft de raad zich
niet gebonden, doch slechts een principieel standpunt ingenomen; ook
heeft de raad dan nog geen "ja" gezegd tegen een begrotingspost voor
1980. De prolematiek wordt nu vooruitgeschoven om er later op terug
te komen; er wordt geen antwoord gegeven op de vraag, die gesteld
wordt. Zijn fractie zal echter het voorstel van de raadscommissie
financien wel volgen, met de voorwaarde dat de P.v.d.A geen enkel
waarde-oordeel uitspreekt over inhoud en financiële consequenties
van de stadsgewestelijke gedachte over voorlichting.
De voorzitter zegt, dat het college de gedachte van de raadscommissie
financien kan overnemen; voordat de raad zich uitspreekt over een oor
deel zal eerst de begroting 1980 afgewacht worden.
Aldus wordt besloten.
6. Nota inzake voorstel Stadsgewest tot wijziging van de begroting, dienst
jaar 1979, no. 7 inzake aanschaf officecomputer.
De heer Dirven vindt het voorstel juist en tijdig naar voor gebracht,
doch wat hem frappeert is, dat de raad geen mogelijkheid heeft om
meer achtergrond-informaties te verkrijgen zoals
- is deze computer eventueel uit te breiden;
- kan er geen computer gehuurd worden enz.
Hij ervaart dit als een groot bezwaar.