-8-
De heer Lodewijks meent, dat een concurrentie tussen diverse wegenbouwers
een betere garantie biedt voor een scherpe prijs, dan de ervaringen met
dezelfde aannemer, zeker nu de grondprijs een belangrijk punt vormt.
Zich tot de heer Dirven richtend, zegt de voorzitter, dat de gemeente
goede vooruitzichten heeft om de betreffende grond in eigendom te ver
krijgen. Indien daaraan weer beklemmende voorwaarden kleven, is de heer
Dirven principieel tegen. De voorzitter kan daarover nog geen mededelingen
doen.
De heer Roeien herinnert aan een gelijksoortige situatie over de vraag
wel of geen openbare aanbesteding, enkele jaren geleden. Na gekozen te
hebben voor de openbare aanbesteding bleek later, dat dit een vrij kost
bare zaak was geworden; spreker ondersteunt het voorstel van burgemeester
en wethouders om hetzelfde beleid te blijven voeren.
De heer Jansen wijst op uniforme standpunten tijdens de algemene beschou
wingen van alle fracties, namelijk een fasering in de afbouw van de Staart,
een inzicht in de grondkosten en de vaststelling van nieuwe toewijzingsnor
men. Bovendien is herhaaldelijk betoogd dat de raad zich niet voor een
fait accompli gesteld wilde zien voor wat betreft de vormgeving van het plan.
Indien nu ingestemd wordt met het krediet leggen we, aldus spreker, al
deze voorwaarden naast ons neer, want daarop kan niet meer worden terug
gekomen, tenzij de rumbouw omgelegd wordt. Wellicht is het beter de raad
eerst de nodige informaties te verstrekken.
De heer Dirven onderschrijft het betoog van de heer Jansen en voegt daar
aan toe, dat eerst overeenstemming moet zijn bereikt over de overname van
de niet aan de gemeente in eigendom toebehorende grond in dit plan, dit
vanwege de consequenties.
De heer van der Westen vraagt zich af waarom met het bouwrijpmaken haast
wordt gemaakt, nu blijkt, dat eerst met bouwrijpmaken wordt aangevangen,
als alle grond in eigendom van de gemeente is.
De voorzitter antwoordt, dat het plan enige haast heeft, omdat onze eigen
ingezetenen grote behoefte hebben aan woningen. Wat de toewijzingsnormen
betreft, deze worden zo spoedig mogelijk aan de raad aangeboden. Indien
fasering gewenst wordt, moet rekening worden gehouden met stijgende grond
kosten.
De heer Jansen repliceert, dat deze laatste kosten eventueel ten laste van
de algemene dienst kunnen worden gebracht;fasering is ingevoerd om onze
eigen bevolking langer van dienst te kunnen zijn en niet onmiddellijk alle
grond uit te geven. Om deze reden is fasering een belangrijke zaak.
De voorzitter merkt op, dat door het lang uitblijven van het advies van de
p.p.c. in feite al gefaseerd wordt; bovendien kan de gemeente, indien niet
lang getalmd wordt, een premieplan van 60 woningen voor haar eigen ingezete
nen realiseren, welk plan zeker niet kan doorgaan, als de straten er dit jaar
niet worden ingelegd.
De heer Jansen zegt, dat fasering niet kan worden omgebogen in de zin, zoals
de voorzitter dit doet; fasering is in fase uitvoeren. Bovendien is verzuimd
het plan eerst voor te leggen aan de commissie ruimtelijke ordening. Als dit
plan alsnog aan deze commissie wordt voorgelegd, en deze commissie stemt er
mee in, dan kan onmiddellijk het krediet voor de ruwbouw worden gevoteerd.
De raad heeft er recht op te weten, wat daar gebouwd wordt.
De voorzitter antwoordt, dat dit toch - ook in verband met de goedkeuring
van het krediet door gedeputeerde staten - tot enige stagnatie zal leiden;
daardoor is het welhaast zeker, dat de genoemde 60 premiewoningen niet
zullen kunnen worden gebouwd.
De heer Dirven stelt voor het krediet toch te voteren, echter onder een
aantal voorwaarden. Deze zijn: vooraf informaties over het plan, de toe-