-4- burgemeester en wethouders hebben zelf de bevoegdheid om iedereen, die hun goeddunkt, bouwgrond in de vrije sector of de premiesector toe te wijzen op basis van medisch, sociaal enig ander motief, enz. Zulke regels aldus spreker dient de Raad niet vast te stellen; de Raad is er om goede spelregels vast te stellen en de naleving er van te con troleren, zeker als bepaalde bevoegdheden worden gedelegeerd. Zijn frac tie wenst een stel eerlijke regels vast te stellen, waarmee niet naar willekeur kan worden omgegaan. Omdat de voorzitter nog zo kort werkzaam is in Prinsenbeek, wil de heer Lodewijks zijn bezwaren nader toelichten. Bij de laatste begrotingsbehandeling werd hem door een vroegere porte feuillehouder bij interruptie en bij wijze van offensief een vrij per tinente vraag gesteld naar aanleiding van vrij voorzichtige bespiege lingen van zijn kant over de wenselijkheid van een behoefte-onderzoek naar woningbouw voor eenpersoonshuishoudens. Die vraag luidde ongeveer als volgt; "Mijnheer Lodewijks, ik zou graag van u, van de P.v.d.A meer duidelijk heid krijgen over de kwestie welke prioriteiten gesteld worden t.a.v. het lenigen van behoeften aan woningen". Deze vraag was vrij onschuldig en kon door spreker worden beantwoord in deze zin, dat het niet aan de P.v.d.A. in deze gemeente is om een beleid in deze te formuleren en dat het slechts zijn wens was een behoefte-onderzoek in te stellen, dat door de Raad prioriteiten zouden worden gesteld en niet alleen door de P.v.d.A. De vragensteller hield niet op en vervolgde zijn interruptie met de zijns inziens verdachtmakende toevoeging, dat het hem al eerder had ge leken, dat de P.v.d.A. aan bepaalde groepen, woningen had toegezegd, waarvan men zelf niet eens wist, of dat wel waar te maken zou zijn. De heer Hennekam merkt bij interruptie op, dat, als hij geciteerd wordt, dit wel volledig moet gebeuren. De heer Lodewijks vervolgt zijn betoog met de opmerking, dat hij later begreep, dat de vragensteller op dat moment een black-out moest heb ben gehad. In dezelfde vergadering zei de toenmalige voorzitter, - na herhaald aan dringen van de woordvoerder van de VVD, - dat ten aanzien van de grond- toewijzing van Staart II een aantal candidaten op een wachtlijst geplaatst was; de verwachting luidde dat deze personen bij Staart II aan de beurt zouden komen, doch de Raad zal uiteindelijk bepalen of de wachtenden voorrang zullen genieten of niet, er is aan niemand grond toegezegd. Spreker zegt zeer verbaasd te zijn geweest na deze uitlating, een uit nodiging te ontvangen voor een extra vergadering van het seniorencon vent. Daarin moest spreker constateren, dat het aangehaalde citaat van meer betekenis was, dan hij vermoedde. Er was niet alleen een wachtlijst, maar er was zelfs een brief uitgegaan van het toenmalig college van burgemeester en wethouders waarin aan de wachtenden duidelijke toezeg gingen waren gedaan t.a.v. gronden voor de bouw van vrije sectorwoningen. Het college was dus buiten zijn boekje gegaan. De voor Staart I gehan teerde normen werden niet meer toegepast op de wachtlijstpersonen, maar hun werden zonder enige conditie toezeggingen gedaan. De Raad stond buitenspel en wat de zaak nog willekeuriger maakte, was dat niet alle wachtenden op Staart I zo'n toezegging op papier hadden ge kregen. Waarom, zou hij niet weten, dat heeft het vroegere college goed verborgen kunnen houden. Het doet hem denken aan willekeur. Daarom wenst zijn fractie, dat de woorden "op andere motieven" uit arti kel 6 worden verwijderd; hij wenst er niet aan mee te werken om, door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 241