I -11- Het is merkwaardig om thans een plan vast te stellen, waarvan men niet zo veel weet en de strekking niet goed kent. Spreker wil enkele opmerkingen plaatsen, die deels wijzen op inconsequenties in het plan, deels omissies en deels onverklaarbaar zijn. Hij laat onder de leden van de raad een overzicht circuleren. De heer Roeien betreurt het, dat de opmerkingen van de heer Lodewijks niet aan de orde zijn gekomen in de vergadering van de raadscommissie ruimtelijke ordening. De heer Lodewijks was weliswaar ziek, doch een vervanger had deze technische zaken aan de orde kunnen stellen. De heer Lodewijks zegt verder dat het hem ten eerste is opgevallen, dat de grenzen van de perceelsoppervlakten alleen zijn gegeven voor woondoelein- den A en B, waarom dit voor de types As en C niet geschied is, is niet duidelijk In de voorschriften staat, dat de oppervlakten variëren van 150 m2 voor E beb. tot 1500 rn2 voor bungalowbouw. Opvallend is, dat bij de semibungalow, type As, in tegenstelling tot alle andere bouwtypes, de bebouwde oppervlakte van de bouwstrook wordt gegeven, dit lijkt hem een inconsequentie. Het bebouwingspercentage van de woningwetwoningen is bepaald tot ten hoogste 70^ van de oppervlakte, wellicht is dit van hogerhand vastgesteld, maar hoe zit het dan met de As bebouwing van 65% Hij vraagt zich af, of er rekening gehouden is met het feit, dat sommige bezitters van zo'n bungalow, gelet op de kleinschaligheid van het plan, dat overigens een algemeen punt van kritiek is, toch al bijna geen tuin over hebben en dientengevolge 65% van de opper vlakte bebouwd zien. Het is een raadsel, waarom de inhoud van de woningen alleen staat aangegeven voor de types A, As en B en niet voor C en E. De minimale en maximale breedten staan alleen aangegeven voor A en B. Ook de commissie ruimtelijke ordening heeft al opgemerkt, dat sommige wonin gen een minimum aan grond hebben en dat bij verkaveling daarmee rekening gehou den dient te worden. Positief staat zijn fractie tegenover de opmerking, dat woonerven en woon straten als erf en/of tuin kunnen worden gebruikt. Zeer opvallend zijn de wijzigingsbevoegdheden op pagina 24 van de voorschrif ten. Gaarne zag hij er aan toegevoegd, de woorden "gehoord de commissie ruim telijke ordening". Artikel 15 sub I, 2 doet het optimisme over de wijzigings bevoegdheid wat temperen, omdat dit artikel bepaalt, dat burgemeester en wet houders onder bepaalde condities, gronden, bestemd voor woondoeleinden E kun nen wijzigen in woningen woondoeleinden C. Dit dient te vervallen. Op deze manier kunnen burgemeester en wethouders woningwetwoningen wijzigen in vrije sectorwoningen, dit geldt alleen voor de woningwetwoningen; omge keerd geldt dit niet. Zou het gaan over het verplaatsen van de woningwet woningen dan was dit nog aanvaardbaar, hoewel spreker van oordeel is, dat de geprojecteerde woningwetwoningen uitstekend gesitueerd liggen, waardoor het conventionele karakter van een bestemmingsplan nu eens wordt doorbroken. Tenslotte signaleert de heer Lodewijks verschillen in de kwantitatieve ge gevens. Hij heeft gegevens verstrekt gekregen in een vergadering van het se niorenconvent, in het antwoord van burgemeester en wethouders op de algemene beschouwingen en nu in het bestemmingsplan. De verschillen zijn weliswaar niet groot, maar welke cijfers zijn nu de juiste In het plan staat, dat de geplande 2600 m2 speelweide ook bestemd is voor de kinderen uit Staart I, persoonlijk.vindt hij deze oppervlakte erg klein. Tenslotte is opgevallen de variatie in de oppervlakte van de bouwpercelen, van plm. 150 m^ tot plm. 1500 m2. Voor de woningwetwoningen is dit erg klein en voor de bungalows wel erg groot. Zijn voorstel luidt de oppervlakte van de laatste categorie te laten variëren van 750 m2 tot maximaal 1000 m2. m

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 248