-13- met een der ambtenaren, doch men had hem niet voldoende informaties kunnen verstrekken. De voorzitter antwoordt, dat in dergelijke gevallen contact dient te worden opgenomen met de portefeuillehouder. De gestelde vragen, die van zuiver technische aard zijn, kan de voorzitter thans niet beantwoorden. De heer Roeien bevestigt, dat hij ten allen tijde de gevraagde medewerking van ambtelijke zijde verkrijgt. De heer Lodewijks zegt, dat het niet de bedoeling is een ambtenaar iets in de schoenen te schuiven, deze kon hem eenvoudig het antwoord niet geven en de portefeuillehouder was in vergadering, dus niet bereikbaar. Ten aanzien van deze technische vragen, ziet de heer Lodewijks de ant woorden nog wel tegemoet. De voorzitter zegt toe hiervoor zorg te zullen dragen, met de stedebouw- kundige er bij. Dat bij het hanteren van een wijzigingsbevoegdheid de commissie ruimtelijke ordening wordt gehoord is geen probleem. Naar zijn gevoel is het niet mogelijk de E bebouwing met gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid en onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten om te zetten in een andere bebouwing en gesteld dat dit wel het geval is, dan wordt van deze bevoegdheid geen gebruik gemaakt, zonder dat de commissie ruimtelijke ordening is gehoord. De heer Hennekam wijst er op, dat het bestemmingsplan niet spreekt van woningwetwoningen. Het is de uitdrukkelijke wens van de raad zoveel moge lijk woningwetwoningen te bouwen, burgemeester en wethouders hebben hieraan altijd gevolg gegeven, dus het is volstrekt illusoir te veronderstellen, dat dit bij Staart II niet zal gebeuren; die vrees is volstrekt ongegrond. De heer Lodewijks merkt op, dat hij niet verwacht, dat burgemeester en wet houders de eerste de beste gelegenheid zullen aangrijpen om gebruik te maken van deze wijzigingsbevoegdheid, doch de mogelijkheid is wel in de voor schriften aanwezig. Hij vraagt zich af wat de motivatie hiervan is. De heer Hennekam herhaalt zijn opmerking, dat de gemeente altijd al ge streefd heeft naar de bouw van zoveel mogelijk woningwetwoningen en premie- woningen en dit beleid zal zonder twijfel worden voortgezet, maar er kan b.v. van rijkswege ten aanzien van de contingentering een beperking worden gesteld. In dat geval kan het plan niet bebouwd worden met woningen die b.v. een meter breder zijn. Dat is de achtergrond van de wijzigingsbevoegdheid. De voorzitter vervolgt, dat burgemeester en wethouders bezig zijn met het verkavelingsplan, en dat dan pas bekend zal worden hoeveel woningen in elke categorie gebouwd kunnen worden. Vast staat, dat er 37 woningwetwoningen gebouwd zullen worden en 60 premiewoningen. In totaal zullen er tussen de 145 en 150 woningen worden gebouwd. Het college zal de opmerking van de heer Lodewijks betreffende de speelweide doornemen met de stedebouwkundige en daarna voorleggen aan de commissie ruimtelijke ordening. Wat de suggestie van de heer van den Eijnden betreft, zegt de voorzitter, dat in bepaalde gevallen een beroep kan worden gedaan op de Stichting insti tuut Garantie Woningbouw. Men moet zich echter tevoren goed realiseren wat men doet, als men een woning koopt. Men kan moeilijk terugvallen op de gemeente, want de gemeente is geen partij. De voorzitter zegt uiteraard bereid te zijn de sportadviesraad te betrekken bij de plannen voor de inrichting van de speelterreinen, doch het komt hem gewenster voor de belanghebbenden in die wijk er bij te betrekken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 250