- 24 -
stichting Gertrudisoord en de woningstichting tesaraen ook zo'n
70 huizen. Met de te verwachten nieuwbouw in het aanstaande
seizoen komen we dan op zo'n 400 a 450 woningen. Een goede
dienst is op een dergelijk huizenbezit alleszins verantwoord.
Wij zouden u daarom willen vragen om binnen afzienbare tijd over
deze fusie of samenwerkingsverband met een nota in deze raad te
komen, die ons alle informatie geeft, ook de eventuele konsekwentie
voor bepaalde verplichtingen, personen enz.
Wij zouden het bijzonder toejuichen dat nu eindelijk die 20 be
jaardenwoningen aan de Middenweg/Vliet zouden kunnen gebouwd wor
den. Ik vind het persoonlijk verschrikkelijk dat er zolang geëm-
merd is om deze kwestie. De wethouders van het vorige college
hebben mij en anderen dikwijls genoeg verteld hoe er in deze kwes
tie onder andere door het stichtingsbestuur van Hagedonk is ge
opereerd. Nu men dan de definitieve toewijzing niet heeft gekre
gen, meent men ook alle verder kontakt met de zich daar straks
te vestigen bejaarden te moeten verbreken, en moet er een alarm
installatie van knipperlichtjes en dergelijke worden ingebouwd.
Ik blijf stellen, mijnheer de voorzitter, dat we hier voor de zo~
veelste maal de rekening krijgen gepresenteerd van een foutief
beleid uit het verleden. Met de heer Hennekam, maar ook met andere
raadsleden uit deze gemeenteraad hebben wij al vanaf 1971 gesteld
dat de participatie van het gemeentebestuur in het stichtings
bestuur van Hagedonk veel te weinig en in feite niets zeggend is.
Ik bedoel daarmee niet op de persoonlijke instelling van mevrouw
van Dongen, en later de heer van der Bom als vertegenwoordigers
van deze raad in het Stichtingsbestuur vanHagedonk, - van de heer
de Hoon hebben wij wegens zijn nog maar korte zittingsperiode in
deze nog geen aktiviteiten te zien kunnen krijgen, maar duidelijk
wel cp de totaliteit
De gemeente is wel goed voor de garantiestellingen, enz. maar op
het gebied van een dergelijke belangrijke samenwerking, noodza
kelijk en dat wil ik gaarne beklemtonen, mijnheer de voorzitter,
in het belang van onze bejaarden, is elk redelijk overleg bij voor
baat schijnbaar taboe. Tot mijn spijt moet ik zeggen, dat ik daar
weinig goede woorden voor over kan hebben. De oplossing van een
beter overleg blijft mijns inziens liggen in een gebaar van de
stichting, en dat zou alsnog gegeven kunnen worden. Ik wil u dan
ook met klem verzoeken, om alsnog bij de stichting Hagedonk aan
te dringen op een betere afwerking inzake de regeling van bijstand
aan die bejaarden, in geval dat deze aandacht gevraagd wordt.
Onderwi j s
In uw begrotingsaanbieding maakt u mijns inziens wel bijzonder
juist een opmerking in de richting van het te verwachten leer
lingenaantal in de nabije toekomst in Prinsenbeek.
Wij zouden het op prijs stellen als we daar binnen afzienbare
tijd meer informatie over zouden mogen ontvangen, omdat de gege
vens waar wij over beschikken én te summier én te eenvoudig zijn.
Toch geven de cijfers van de leeftijdsopbouw van de Prinsenbeekse
demografie ons al wel een bepaald beeld, waarin uiteraard geen
verfijning in verband met inkomende en vertrekkende gezinnen is
toegepast