-13-
De heer Hennekam is van oordeel, dat alleen al ten opzichte van de
personen, die enkele jaren geleden wel bereid waren willig grond aan
de gemeente te verkopen, de gemeente verplicht is tot deze poging.
Tenslotte staat het nog niet vast, dat deze woningwetwoningen door de
zelfde aannemer gebouwd zullen gaan worden.
De vragen van de heer Dirven beantwoordend zeqt de voorzitter, dat op
de meest korte termijn gestart kan worden met de voorbereidingen voor
de bouw van woningwetwoningen, dit geeft geen problemen. Na de winter
periode, die benut kan worden voor het doorspreken van de plannen met
volkshuisvesting, kan daadwerkelijk met de bouw worden aangevangen.
De heer Dirven merkt op, dat de voorzitter er van uit gaat, dat er al
toestemming voor deze bouw zou zijn gegeven.
De voorzitter antwoordt, dat in de planning van de provincie is opge
nomen de bouw van 37 woningwetwoningen in Prinsenbeek.
Op 1 december aanstaande vervalt de plicht van de eigenaar om te le
veren aan de bouwer, welke laatste overigens een fikse boete zal moeten
betalen.
De voorzitter beschikt over een naam van een maatschappij, die hem ge
zegd heeft "wij zijn tweede, als de eerste niet aankoopt".
Deze maatschappij wordt niet alleen eigenaar, maar bouwt ook zelf; het
wordt derhalve nog moeilijker om te onderhandelen.
De voorzitter vraagt zich af of een bouwvergunning voor premiekoopwo
ningen kan worden geweigerd, indien laatstbedoelde maatschappij een
aanvraag bij de gemeente indient.
V/at de bouw van de schakelbungalows betreft, dit schijnt op dezelfde wij
ze te geschieden als in Staart I het geval is geweest.
Het tragi-komische, aldus de heer Hennekam, is, dat we toen gezegd heb
ben nu ontwerpen we het plan zo, dat men ons die poets niet meer kan
bakken, met andere woorden we gaan aan de Heikantsestraat juist die
E-woningen projecteren.
Dus nu moeten we consequent zijn.
De heer Dirven zegt, het puntentellingsysteem is maar voor 3 maanden
van toepassing. In Staart I heeft iedereen zelfstandig een aannemer kun
nen uitzoeken.
Na overleg met de secretaris deelt de voorzitter mede, dat in Staart I
eenzelfde gedragslijn is gevolgd ten aanzien van twee maatschappijen
(Gebam en Eurowoningen), dus niet iedereen heeft zelfstandig een ar
chitect en aannemer kunnen uitzoeken. De voorzitter moet aan de mede
deling van de secretaris meer waarde hechten dan aan de opmerking van
de heer Dirven.
De heer Hennekam bevestigt datgene, wat de secretaris aan de voorzitter
heeft meegedeeld.
Concluderend zegt de voorzitter, dat in Staart I die oplossing is gevon
den. Deze oplossing is ook nu denkbaar.
De voorzitter schorst hierop de vergadering voor nader beraad van het
college met enkele ambtenaren.
Na heropening leest de voorzitter een schrijven voor van 3 februari
1978 van het ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening
inzake een principe-toewijzing voor 37 woningwetwoningen (31 woningen
plus 6 uit 1978) voor het eerste kwartaal 1980.
Dus de gemeente kan onmiddellijk een bouwplan laten ontwerpen voor volks
huisvesting
Ten aanzien van het voorbereidinqsbesluit heeft het college zich bera
den. De consequenties zijn, dat de bestemming op die grond bevroren wordt
betwijfeld wordt of de onderhandelingspositie voor de gemeente verstrekt