-14-
zal worden, gelet op de ervaringen uit het verleden.
Burgemeester en wethouders moeten een nieuw plan laten ontwerpen en
geven er opnieuw de bestemming E-bebouwing aan. Dan komt er weer een
bestemmingsplanprocedure met mogelijkheden van het indienen van bezwa
ren. De onteigening kan dan de eerste jaren vergeten worden.
Het voorbereidingsbesluit geeft uiteraard geen titel voor onteigening.
Als de Raad dan al iets wil doen, dan moet er geen grond worden aange
kocht, doch worden gewacht totdat het bestemmingsplan is goedgekeurd
en dan een procedure van onteigening instellen, waarvan burgemeester
en wethouders al eerder gezegd hebben, dat het twijfelachtig is of er
een titel aanwezig is.
Hogelijk bereikt de Raad hiermee meer dan met het nemen van een voor
bereidingsbesluit.
Op een vraag van de heer Dirven zegt de voorzitter, dat de onteigenings
procedure eerst in werking kan worden gesteld, nadat het bestemmings
plan door gedeputeerde staten is goedgekeurd (en in kracht van gewijs
de is gegaan).
Een raadsbesluit kan echter nog niet worden genomen.
De voorzitter benadrukt nogmaals, dat het van het grootste belang is,
dat het voorkeursrecht voor de gemeenten er op korte termijn door komt,
kwesties als deze gaan steeds meer spelen.
De heer Jansen concludeert, dat de op de betreffende strook grond te
bouwen 37 woningwetwoningen de laatste woningwetwoningen zijn vóór er
een nieuw bestemmingsplan aan de orde komt. Bij interruptie antwoordt
de voorzitter, dat dan in elk geval 37 woningwetwoningen worden ge
bouwd en bij afwijzing van het voorstel voorlopig geen.
Opnieuw wordt de vergadering door de voorzitter geschorst en na herope
ning vraagt de heer Jansen het woord.
Het voorstel van burgemeester en wethouders is niet meer in discussie ge
weest, omdat dit toch afgewezen is. Zijn fractie heeft zich beraden over
het nemen van een voorbereidingsbesluit en de mogelijkheid van een ont
eigeningsprocedure.
Gekozen is voor het laatste op termijn, dat wil zeggen de procedure gaat
in,exact op het moment, dat gedeputeerde staten goedkeuring hebben ver
leend aan het bestemmingsplan.
Intussen wordt aanbevolen een gesprek met Gedeputeerde Staten te openen
over deze zaak en onderhandelingen te openen met de grondeigenaar.
De bestemming van de grond blijft woningbouw in de sociale sfeer, n.l.
huurwoningen.
Ook wordt aanbevolen zich nu al te buigen over een toekomstig bestem
mingsplan om de termijnen zoveel mogelijk te bekorten.
De voorzitter brengt het voorstel van het CDA, verwoord door de heer
Jansen in stemming.
Vóór het voorstel stemmen: de heren Dirven, v.d.
Eijnden, van Schaik, Roeien, Hennekam,
Jansen en van der Westen.
Tegen stemmen: de heren Houtepen, van Seventer,
van der Bom, de Hoon, Lodewijks en Nagel-
kerke. De voorzitter constateert, dat dit
voorstel is aangenomen met 7 tegen 6
stemmen
Namens het college deelt de voorzitter mede, dat dit voorstel zonder
meer loyaal zal worden uitgevoerd.