-10-
Toen, voorzitter, de begrotingsbehandeling van 1979 in januari van dit
jaar zijn beslag kreeg met een uiteindelijk vrijwel ongewijzigde vaststel
ling kwam bij mij op dat moment een herinnering op. Een herinnering aan de
in het Brabantse Kempenland, dat u voorzitter net zo goed kent als ik, veel
gebruikte volkse uitdrukking: 1t is allemaol wa as ut niks is".
De Kempenaar geeft hiermee naar mijn mening zeer treffend aan, dat een uiteindelijk
resultaat van een discussie soms in geen verhouding staat tot de rijkdom van
de woorden die gebruikt zijn, de verhitheid van de discussie en de scherpte
van de meningsverschillen waar het over ging. Dat waren ook mijn gedachten
toen wij in januari van dit jaar het politieke strijdtoneel in deze raad ver
lieten.
Niettemin gordt iedere en ook onze fractie zich ieder jaar weer aan om in
het kader van de begrotingsbehandeling weer op het politieke strijdtoneel
te verschijnen. Het wapengekletter is dan - soms zelfs al voorafgaand aan
de feitelijke begrotingsbehandeling - niet van de lucht. Hoe verstoord bij
voorbaat het machtsevenwicht ook al is, hoe duidelijk de afloop van de strijd
zich al aftekent nog voor hij begonnen is, het weerhoudt de strijdenden niet
om te pogen zo fier, stoutmoedig en onverschrokken mogelijk de strijd aan
te binden.
Op beeldspraak voorzitter is altijd veel af te dingen. Wellicht is het ver
gezocht om een begrotingsbehandeling te vergelijken met een politiek strijd
toneel en ware een vergelijking met een meer vreedzame bijeenkomst meer op
zijn plaats. Ik heb de beeldspraak echter nodig om twee zaken bij u onder
de aandacht te brengen. Ten eerste onze hoop en verwachting, dat de strijdenden
zich met andere wapens hebben uitgerust als botte bijlen en dergelijke. En
ten tweede om u op het politieke karakter van de strijd te wijzen.
Dit laatste doe ik, omdat tot mijn verbazing nog steeds velen menen dat
politiek iets is dat in Den Haag of, eventueel, in Den Bosch plaats vindt
en niet thuishoort in de plaatselijke gemeenteraden. Er. wordt teveel aan
politiek gedaan in de raad, zo verzuchten velen. Een wethouder laat zich
ontvallen, dat hij niet gezien wil worden als een politieke figuur maar als
een bestuurder. Het zijn allemaal indicaties die erop wijzen dat sommigen
politiek iets slechts vinden en daar zelf niets mee te maken willen hebben.
Natuurlijk hebben zij gelijk, als met politiek zoiets bedoeld wordt als:
zelfzucht, drammerigheid, woordenvloed, partijdigheid, slinksheid, willekeur,
opportunisme, twist, machtsstreven en dergelijke. Ik ben het dan ook met hen
eens, als men deze negatieve bijverschijnselen van politiek handelen buiten
deze raad wenst te houden.
Toch, voorzitter, wens ik hier te benadrukken dat de P.v.d.A. in Prinsenbeek
streeft naar een politieke opstelling ten aanzien van de zaken die deze ge
meente raken. Maar dan wel in de juiste betekenis van het woord.
Als ik zeg dat wij ons politiek opstellen betekent dat niet - het zij met
nadruk gesteld - dat wij iedere zaak beoordelen tegen een of ander blind
toegepast doctrinair stelsel van opvattingen, dari betekent dat ook niet
dat wij ieder voorstel van u alleen maar politiek bekijken en dan betekent
dat, tenslotte, al helemaal niet dat wij geen respect voor andere uitgangs
punten en meningen kunnen hebben. De korte tijd dat wij in deze raad aktaef
aan de discussies deelnemen kan dat mijn inziens voldoende onderstrepen.
Met een politieke opstelling bedoel ik wel, dat wij de zaken die in deze ge
meente aan de orde zijn en ten aanzien waarvan door het gemeentebestuur een
beleid wordt gevoerd toetsen aan algemene uitgangspunten. Algemene uitgangs
punten die - ingevolge onze politieke overtuiging - voor ons het richtsnoer
zijn bij de beoordeling van wat wij maatschappelijk juist, eerlijk, correct,