-13-
Interessant is ook de post onvoorziene uitgaven op de gewone dienst. Deze is
voor 1980 ruim f. 375.000,hoger geraamd dan in 1979,tot een bedrag van to
taal ruim f. 600.000. Het vorig jaar kwam deze post in totaal nog niet aan
de f. 250.000,
Interessant is natuurlijk de vraag, wat u zoal van plan bent te doen met deze
begrotingspost. Voor werkelijk onvoorziene uitgaven raamt u f. 60.000, voor
het doen van investeringen ingevolge het investeringsschema reserveert u nog
eens f. 272.000,en verder brengt u om - zoals u zegt - administratieve
redenen nog een aantal - zoals ik ze maar noem - "voorziene" onvoorziene uit
gaven tot een bedrag van iets minder dan f. 70.000,bij deze post onder.
Een snel rekensommetje - u weet sinds kort dat ik kan rekenen! - leert ons
dat u, nadat u al deze reserveringen gedaan heeft, van uw post onvoorziene
uitgaven nog meer dan f. 200.000,helemaal overhoudt!
Met andere woorden als u alle voorzichtigheid in acht neemt en als u alle
bestedingen gaat doen die min of meer als onvoorzien op de begroting gaan
drukken, dan houdt u nog een bedrag over dat maar net iets kleiner is dan
de tötale post onvoorzien die we voor dit jaar geraamd hadden! Een post waar
we dit jaar toch ook mee zijn uitgekomen
Bij deze begrotingstechniek heb ik twee opmerkingen. Allereerst vraag
ik mij af, of het wel zo verstandig is en of het wel van goed beleid getuigt
om zo maar ergens op de begroting volledig onbestemd een bedrag van f. 2G0.0G0, over te
houden. V/as het niet verstandiger geweest om aan de ruim twee ton die u zon
der meer op deze begrotingspost overhoudt een meer gerichte bestemming te
geven en deze uitgaven elders in de begroting onder te brengen? Zou u dat
gedaan hebben, dan zou u nog steeds meer dan 400.000,voor onvoorziene
uitgaven hebben overgehouden.
Een tweede opmerking heeft te maken met het gemeentelijk belasting- en
tarievenbleid. Ik herhaal ten aanzien van dit onderwerp, wat ik daarover
bij de vorige begrotingsbehandeling neb gesteld. Ook al is de onbenutte
ruimte in de sfeer van de onroerend goedbelasting nog steeds groot, óók
al zijn onze tarieven voor/gemeentelijke diensten vergelijkenderwijs erg
laag en óók al loopt de bdgettaire ruimte door bezuinigingen op het niveau
van de centrale overheid terug - hoewel dit laatste naar mijn idee blijkens
de begroting nog steeds erg meevalt -, van een drastische verhoging van be
lastingen en tarieven kan en mag geen sprake zijn!
Gezien in het licht van de gunstige budgettaire positie is mijn fractie het
dan ook eens met de gecontinueerde lage tariefstelling voor de onroerendgoed
belastingen en de reinigingsrechten. Zij verzet zich echter tegen de oneven
redige stijging van 15?ó voor de tarieven in de sfeer van de legesverordening.
Daar zijn - u zegt het ook zelf - geen budgettaire redenen voor.
Als die er niet zijn, heeft u wellicht andere overwegingen gehanteerd bij de
verhoging van deze tarieven. Die overwegingen moeten echter iedere grond mis
sen.
Tarieven en belastingen zijn niets meer en niets minder dan instrumenten om
dekkingsmiddelen te verkrijgen voor gemeentelijke uitgaven. Over die dekkings-
rniddelen behoeven we ons geen zorgen te maken: die zijn er in ruime mate.
"De aanwending van de beschikbare en grote reserves dient ons inziens altijd
eerder te worden overwogen ter dekking van investeringen en uitgaven dan het
bij automatisme verhogen van belastingen en tarieven." Zo heb ik dat namens
mijn fractie het vorige jaar uigedrukt.
Over de Onroerend-Goed-Belastinq nog het volgende. Deze raad heeft als grond
slag voor de tarieven geopteerd voor het hanteren van de getaxeerde waarde
van het onroerend goed. U kondigt nu aan dat binnenkort her-taxaties zullen
plaats vinden. Andere gemeenten zijn daar reeds nu mee bezig of hebben de
procedure van herwaardering al rond.
a