-38-
het altijd kortzichtig is om de korte-termijnpolitiek te doen prevaleren
boven die op langere tijd.
Mijnheer de voorzitter, bij doorname van uw nota van aanbieding ben ik ge
stoten op de mededeling - op de prettige mededeling - dat in de loop van
1980 de ambtswoning burgemeester aan de orde zal komen.
De snelheid waarmede dit waarschijnlijk geschiedt stemt ons tot verheug-
nis; wij achten echter in het investeringsschema een onjuiste invulling van
cijfers te mogen zien. Nóch bij dit investeringsschema, nóch in uw nota
van aanbieding op het punt terzake wordt door u aangegeven dat dit bedrag
zich betrekt op een saldering van uitgaven en inkomsten. Aangezien echter
te verwachten is dat beide niet gelijk vallen in hetzelfde jaar had ik
op zijn minst verwacht dat dit bedrag van twee ton een nadere interpreta
tie uwerzijds had gekregen.
Toekomstige bestemmingsplannen.
Wij zijn ook niet zo gelukkig met uw aanduiding bestemmingsplan Schaaps
kooi. Wij zouden dit in de context willen plaatsen van een totaal plan op
tien jaren gerekend, wat in deze gemeente dient te geschieden.
Géén vlekkenplan. Basis: handhaving van het dorpskarakter. Hoe, is mij een
vraag. Hoe weet u ingeslopen stedelijke elementen in het landelijk karakter
te herstellen? Ik dacht dat dit een utopie is, die u wel in uw aanbieding
memoreert maar waarvoor u niet de stenen aandraagt om de methodiek aan te
geven om zulks waar te maken.
U praat in uw aanbieding dat Prinsenbeek gezien wordt in de groeiklasse V
in het ontwerp-streekplan. Daar zou dan woningbouw met dorpskarakter uit
voortspruiten, maar overigens bent u onduidelijk wat nu precies de exacte
inhoud van de begripsomschrijving groeiklasse V is. Wij zouden gaarne van
u vernemen hoe wij dit moeten begrijpen en wat dan ten aanzien van deze
klassificatie voor deze gemeente de exacte consequenties zullen blijken
te zijn.
Personeel buitendienst.
Eigenlijk onvoldoende beargumenteerd tracht u inet uw plan, met uw aanbie
dingsnota, de destijds afgekondigde stop voor het personeel buitendienst
te doorkruisen. Ik dacht dat uw argumenten onvoldoende zijn om daartoe
aanleiding te geven. Destijds, bij overgang van de Haagsche Beemden naar
de gemeente Breda, is ons duidelijk gesteld - waar we het in deze raad
allen over eens waren - dat hierdoor een surplus aan personeel buiten
dienst zou ontstaan wat niet overgedragen zou kunnen worden aan de gemeente
Breda doch de eerste jaren onze eigen begroting zou belasten.
Wij zijn dan ook geen voorstander om u ten aanzien van dit voorstel te
volgen.
We hebben met genoegen vastgesteld, uit uw nota, dat de bouw voor scouting
in 198B definitief van de grond zal komen.
Wij hebben uit uw nota vernomen dat het dienstencentrum op het ogenblik
van de baan is. V/at is hier nu eigenlijk aan de hand? En wanneer u dan gaat
praten over een bestemmingsplan in Prinsenbeek voor een bedrijventerrein,
dan begin ik toch wel even te twijfelen aan andere uitlatingen in uw nota
waar u spreekt over dorpskarakter en handhaven van het dorpskarakter en het
verwijderen van daarin foutief ingeslopen elementen. Ik kan me voorstellen
dat bedrijventerreinen of een dienstencentrum ergens in deze gemeente op
zijn plaats is, maar dan moet je natuurlijk de andere gedachte ook bij
stellen. En dan zullen we in ons bestemmingsplan wel degelijk rekening
moeten houden wat we op lang zicht nu eigenlijk van plan zijn.