-48- stijgen niet. Maar wanneer u die aftrekt, dan blijken de tekorten die u op al deze zaken lijdt in de personeelssfeer te liggen. Ik dacht dat wanneer u bij geen groei in deze gemeente, bij een niet groeiend inko menaccres vanuit de overheid, u binnen enige jaren de grootste moeite zult hebben om de touwtjes gemeentelijk bij elkaar te houden. Ik waar schuw u daarvoor, en daarom zou ik al deze geluiden van "het kan niet op" op een hoop willen gooien, en kom nogmaals terug - maar dan in alle ernst - met de vraag: berekent eens wat voor vragen wij op u afgevuurd hebben en hoe gek we het gemaakt hebben ten opzichte van de financiële draagkracht van deze gemeente. Dan zullen we waarschijnlijk tot de bevinding komen in komende jaren, dat we allen zoals we hier zitten voorzichtiger zullen moeten zijn als dat we menen te kunnen zijn wanneer we uw nota van aanbieding in eerste in stantie oppervlakkig doornemen. Subsidies. Ik ben blij dat u voor wat betreft de peuterspeelzaal nu eens precies be rekend heeft wat men aan subsidie krijgt. Dat is een behoorlijk bedrag, en ik dacht dat de peuterspeelzaal daar wel mee rond zal komen. Een ande re zorg die ik echter daarbij heb is de behuizing. Ik zou wél de huidige slechte behuizing van de peuterspeelzaal willen koppelen aan de ongetwij feld op korte termijn op u afkomende leegstand van klaslokalen. Anders wordt u dadelijk nog eens opgezadeld met het verzoek om een nieuwe peu terspeelzaal te bouwen. Ik dacht dat daar dan wel andere oplossingen voor zijn. Het vrouwentrefcentrum. Ja, ik heb er toch wel enige moeite mee zolang ik hier niet kan zien of er enige eigen inbreng is. Met een startsubsidie, akkoord. Maar of dat in de toekomst, op welke wijze dan ook, zal kunnen worden gecontinueerd stel ik mijn vraagtekens. E.H.B.O.; het veertigjarig bestaan. Deze gemeente kenmerkt zich door een stuk burgerzin op onderdelen en die wordt dan gedragen door enkele enthousiastelingen die hun zaakje aanbrengen en die dan tóch, terecht, deze gemeente en haar ingezetenen op de hoogte brengen van een instituut als de E.H.B.O. En nu moeten wij als burgers f. 3.200,bij elkaar brengen. Ik zou de belendende frakties willen vragen om in ieder geval, ongeacht wat deze burgers opbrengen, als gemeente het resterende stuk tot f. 3.200, te suppleren. In de vorm van een subsidie, zodat deze burgerzin volledig tot zijn recht komt, maar ook E.H.B.O. volledig aan zijn trekken komt. En daaraan zou ik willen toevoegen een startsubsidie om deze groep dan ook nog eens een feestje te laten vieren in de orde van grootte van f. 250,buiten het normale vlak van subsidie E.H.B.O. Ik vind dat wij met een instelling als deze toch wel trots moeten zijn dat dit nog zo levend is binnen deze ge meente. Ik kan u wel zeggen dat juist E.H.B.O. op het ogenblik, bijvoorbeeld in de bedrijven in Breda, een probleem is om het in stand te houden omdat er dikwijls de mensen niet zijn om de opleidingen te verzorgen. En dan komen we bij de voorzitter van de carnavalsvereniging. Ik had ge hoopt dat hij zijn mond gehouden had, maar hij kon zijn mond niet houden en begon op het laatst over een niet gedane toezegging van f. 0,60 in het jaar 1980. Vlanneer de heer Dirven de oude stukken nakijkt, dan zal hij kunnen vaststel len dat twee jaar geleden gesteld is: "wij zouden vijf cent per jaar omhoog willen, dat leidt in twee jaar tot zestig cent, maar als tegemoetkoming be ginnen we die zestig cent al in het eerste jaar terbeschikking te stellen en dan willen we in een later stadium, na twee jaar, kijken of en zo nodig wat er dan nog dient te gebeuren. Nou, daar heeft die carnaval natuurlijk geweldig bij geboft, want het eerste jaar heeft de overheid gezegd: onze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 348