-17-
wijzen dat het nog lang niet zeker is dat bedoelde woningen zullen
worden toegewezen aan invalide of minder valide bejaarden. Dit zal
nog uitgebreid worden bezien.
Wat wel duidelijk is, is, dat de Stichting Gertrudisoord jaren geleden
een verzoek heeft ingediend strekkende tot de exploitatie van meer
bejaardenwoningen; dat dit verzoek heeft geleid tot een besluit van
de raad om 20 bejaardenwoningen te bouwen; dat, omdat er geen ander per
ceel voorhanden was, als locatie voor deze woningen is gekozen het ter
rein nabij Hagedonk; en dat spreker nu bemerkt dat in een constaterende
nota van de voorzitter zijns inziens een advies wordt gegeven dat dit
raadsbesluit aan het wankelén zou kunnen brengen. Hij betreurt deze
gang van zaken.
De voorzitter antwoordt dat zijn nota niet meer beoogt te zijn dan
een discussiestuk waarin hij zijn bevindingen heeft neergelegd en
waarin op geen enkele wijze het advies valt te lezen om het besluit van
12 januari 1978 op de helling te zetten. Als onpartijdig raadsvoorzit
ter heeft hij het als zijn plicht gezien de Raad te attenderen op de
verschillen van inzicht die er bestaan tussen beide stichtingen. Het
betreft hier géén college-voorstel dat in stemming gebracht zou kunnen
worden, doch uitsluitend een constaterende nota op persoonlijke titel
aan de raad aangeboden.
Zo er al gestemd zou worden, zou dit uitsluitend kunnen over het al
dan niet nader bezinnen van deze aangelegenheid.
Vervolgens wordt door de heer Jansen een motie aangeboden met de vol
gende inhoud:
De Raad van Prinsenbeek, in vergadering bijeen, kennis genomen heb
bende van de uitvoerige constaterende nota van haar voorzitter inzake
de bouw aan de Middenweg van 20 bejaardenwoningen, constateert,
dat deze voorzitter in zijn constaterende nota uitvoerig weergave
heeft gegeven van hetgeen in het verleden heeft plaats gevonden en
neemt er nota van dat hij onder punt 12 een vraagstelling aan de
Raad overbrengt die eventueel in de frakties nog nader kan worden
bekeken.
De heer Lodewijks heeft enige moeite met de laatste zin van deze
- overigens uitstekend bevonden - motie, en zou liever zien dat,
gezien het publiek belang dat ermee gemoeid is, over deze vraagstelling
gediscussieerd wordt in de Raad in plaats van in de frakties.
Sprekend namens zijn fraktie, deelt de heer Jansen mede zijn motie
niet te zullen wijzigen. Hij v/enst niet verder te gaan dan waartoe deze
nota aanleiding geeft, namelijk tot onderling overleg in de verschil
lende frakties. Zo een van de frakties een openbare behandeling
Wenst, ziet hij een initiatiefvoorstel dienaangaande tegemoet.
Na enige discussie kunnen de leden zich vinden in de motie zoals ge
formuleerd door de heer Jansen, waarna de voorzitter dit agendapunt
afsluit.
21) Mededelingen
Wethouder Houtepen deelt mede dat zijn pogingen om grond aan te kopen
in het bestemmingsplan Staart II, waartoe hem opdracht was gegeven in
de vorige raadsvergadering, niet tot het gewenste resultaat hebben ge
leid
De heer Roeien vraagt of het college zijn advies, gegeven in de laatst
gehouden vergadering van de commissie Ruimtelijke Ordening, met betrek
king tot de vervolgprocedure bestemmingsplan buitengebied, heeft overge
nomen