- 37 -
Zo groeit Prinsenbeek toe naar een voorzieningenniveau op
het gebied van sport cultuur en welzijn dat er, zo is het
oordeel van mijn fractie, mag zijn.
Een en ander kost de gemeenschap geld. Het staatje dat u
in uw nota van aanbieding heeft opgenomen is in deze veel
zeggend
In totaal blijken de sportvoorzieningen f. 50,46 per inwoner
te kosten en de jeugd- en gemeenschapsvoorzieningen f. 33,34
per inwoner.
De vraag die onze fractie zich bij een en ander stelt is of
dit in de toekomst allemaal zo door kan gaan en op wie de kos
ten voor gebruik dienen te worden afgewenteld.
Ons standpunt in deze is in zijn algemeenheid dat met name
de kapitaalslasten van de voorzieningen voor het belangrijkste
gedeelte voor rekening van de gemeente dienen te komen of
te blijven.
De exploitatielasten, maar dat is afhankelijk van het type
complex, dienen voor een belangrijk deel voor rekening van
de gebruikers te zijn.
Naar onze mening dient de financiële verhouding van de ge
meente t.a.v. sportverenigingen e.d. dus zo te zijn dat de
gemeente indirect subsidieert, terwijl verenigingen voor
directe subsidie in de exploitatiekosten slechts voor een
gedeelte in aanmerking komen.
Een en ander nader vast te leggen op basis van prioriteiten
die b.v. aan culturele en welzijnsactiviteiten in een wel-
zijnsplan zijn vastgelegd.
In mijn beschouwing over het subsidiebeleid van de gemeente
zal ik daar zo dadelijk nader op in gaan.
5. HET GEMEENTELIJKE SUBSIDIEBELEID.
Het gemeentelijke subsidiebeleid volgen wij, zo zal u al
eerder van ons hebben gemerkt, met grote belangstelling.
Wij hebben daar naar aanleiding van de huurtariefvaststelling
voor het Schanske al eerder opmerkingen over gemaakt.
Toen werd dat naar uw mening ten onrechte door ons ter tafel
gebracht. Maar het geluk is met ons. We mogen er nu in het
kader van de begrotingsbehandeling ons licht over laten
schijnen.
Ik wil eerst een aantal algemene opmerkingen over onze stand
punten ten aanzien van een gemeentelijk subsidiebeleid maken
om vervolgens in te gaan op uw voorstellen met betrekking
tot het al of niet verstrekken van subsidies aan bepaalde
instellingen.
Wij hebben de indruk, voorzitter, dat directe subsidiëring
in onze gemeente te zeer zijn basis vindt in automatisme,
ad hoe overwegingen en technische eisen.
U moet deze opmerking niet meteen opvatten als een regel
recht verwijt aan uw adres. Wij hebben namelijk de indruk
dat de opmerking op veel andere gemeenten evenzeer van
toepassing is en dat het maken van een inhoudelijk beleid
in deze niet een gemakkelijke opgave is.
Onze vraag is echter of dit beleid niet wat inzichtelijker
en rationeler in elkaar gezet kan worden. Al was het alleen
maar om te voorkomen dat, zoals één van onze raadsleden
dat uitdrukt, "straks iedereen die een persoonlijke hobby
heeft bij de gemeente voor subsidie komt aankloppen."
Onze mening is dat het toekennen van subsidies, alsmede het
vaststellen van het subsidiebedrag, meer dan in het verleden
gebaseerd dient te zijn op een duidelijk geformuleerd ge
meentelijk beleid.
