Wat de Klepel betreft vraagt hij zich af of, indien men dit blad
alleen als mededelingenblad van de gemeente beschouwt, hoe de
burger met het openbaar bestuur in contact moet komen. Als voor
beeld noemt hij brieven, ingezonden door Eigen Handen en C.J.C
die al twee maanden geleden zijn ingezonden en nog niet op de
agenda voorkomen.
Dat in Staart II 67% gebouwd zal worden in de sociale sector
is verheugend, aldus de heer Lodewijks. Wel heeft hij bedenkingen
tegen de reactie op zijn vraag om de toekomstige bewoners aldaar
invloed te geven op de vormgeving en dan met name op de argumen
tatie die wordt gegeven, n.l. dat het gaat om een plan, betrek
kelijk klein van omvang en dat er geen manifeste behoefte bestaat
Spreker is van mening, dat fasering alleen nodig is, als de
behoefte zich daaraan doet gevoelen.
Bij interruptie zet de heer Jansen uiteen om welke redenen de
Raad destijds besloten heeft tot fasering.
De heer Dirven voegt er aan toe, dat fasering uitsluitend de be
doeling heeft om de eigen inwoners gelegenheid te geven tot bou
wen
De heer Lodewijks zegt ook van mening te zijn, dat Staart II moet
worden bebouwd voor degenen uit deze gemeente, die woningzoekend
zi jn
Hij vraagt zich af of het mogelijk is extra woonruimte te schep
pen voor alleenstaanden, en een speciale aanvraag te doen voor
een of tweepersoonswoningen.
De heer Hennekam wil van de P.v.d.A meer duidelijkheid omtrent
de keuze van de woningen en wil graag antwoord op de vraag welke
groep prioriteit moet krijgen, de woningzoekenden op de lijst,
die in aantal de honderd overtreffen of de groep van alleenstaan
den
De heer Lodewijks antwoordt, dat zijn vraag alleen gericht is op
de behoefte die er zou bestaan. Alvorens antwoord te geven op die
vraag wil hij eerst de behoefte vernemen.
De heer Hennekam gaat uit van een these en wenst zijn vraag toch
beantwoord te zien; hij wil voorkomen, dat men van buitenaf de
indruk krijgt, dat de P.v.d.A. opkomt voor woningen voor alleen
staanden, doch men weet, dat dit niet waar gemaakt kan worden.
De heer Lodewijks heeft alleen gevraagd of er behoefte aan der
gelijke woningen bestaat en zo ja, of daarmee rekening gehouden
kan worden.
Wat het toewijzingsbeleid van woningwetwoningen betreft, maakt
de heer Lodewijks bezwaar tegen de opmerking, dat de daarvoor
gestelde normen, o.a. mannelijke ingezetenen, die tenminste twee
jaar hier woonachtig zijn, geheel juist zouden zijn. Zijn fractie
is zeer onaangenaam verrast over het antwoord, dat het college
niet voornemens is woningen toe te wijzen aan personen, die een
andere samenlevingsvorm kiezen dan^het huwelijk.
Hierna verleent de voorzitter het woord aan de heer van der Bom.
In de eerste plaats merkt hij op, dat andere partijen in de
algemene beschouwingen punten uit zijn verkiezingsprogramma heb
ben opgenomen, dat stemt tot voldoening.
De heer Dirven wenst hierover duidelijkheid. Na enige discussie
hierover zegt de voorzitter de heer van der Bom na zijn betoog
in de gelegenheid te stellen deze opmerking toe te lichten.
De heer van der Bom vervolgt zijn betoog aldus. Tijdens de Alge
mene Beschouwingen heeft de voorzitter van het CDA, terwijl andere
partijen aan het woord waren, aantekeningen gemaakt, waardoor hij
later in staat was tevens de andere partijen van repliek te dienen
door te anticiperen op hun betoog.