De voorzitter zegt gaarne toe aan het verzoek van de heer Roeien tege moet te willen komen. Hij vervolgt met te schetsen wat tot de taak van de Stadsgewestelijke logopedisten behoort. Op de eerste plaats komt het adviseren van ouders en leerkrachten en het coördineren van diver gerende problemen en inzichten. Vervolgens de groepsbehandeling van kinderen. Aan individuele behandeling komt men niet toe; hiervoor zal men veelal aangewezen zijn op de vrij gevestigde logopedisten. De heer Dirven merkt op dat de beantwoording door de voorzitter hem er niet van heeft kunnen overtuigen dat inschrijving op de deeltaak logopedie wenselijk dan wel noodzakelijk zou zijn, en handhaaft zijn eerder ingenomen afwijzende houding. De heer Lodewijks constateert dat op zijn vraag een duidelijk antwoord is gekomen, namelijk dat de Stadsgewestelijke dienst niet, evenmin als bijvoorbeeld de schoolartsendienst, evenmin als allerlei andere voor zieningen, de individuele behandeling op zich gaat nemen. Zonder hoofdelijke stemming wordt ver volgens conform het voorstel besloten. 6) Nota inzake bescherming en instandhouding van cultuurhistorische en/of architectonisch waardevolle objecten. Alvorens het woord te geven wenst de voorzitter uidrukkelijk te wijzen op de laatste alinea van het voorliggende stuk. Via deze nota heeft het college enkelè bouwstenen aangedragen en indien de raad zich hierin zou kunnen vinden, eventueel voorzien van commentaren dan wel aangevuld met suggesties, zal in een volgende vergadering een^gemeentelijke verorde ning ter goedkeuring worden voorgelegd. Hij'vraagt niet nu te detaillistisch op allerlei onderwerpen in te gaan, doch hiermede te wachten tot de behandeling van de verordening zelve. Namens zijn fraktie deelt de heer Lodewijks mede uitermate tevreden te zijn met het college-voorstel, ofschoon deze niet veel verder gaat dan een principiële uitspraak dat er een verordening zal komen, dat er een monumentencommissie zal komen en dat er een restauratiefonds zal zijn. Met nadruk wijst hij er op dat in de toekomstige verordening duidelijk wordt opgenomen dat, indien iemands eigendom of het pand dat iemand bewoont in aanmerking lijkt te komen op de monumentenlijst te worden geplaatst, niet uitsluitend contact wordt opgenomen met groeperingen van belanghebbenden maar ook met de individuele burgers met de mede- dedeling dat het gemeentebestuur voornemens is het betreffende pand op de monumentenlijst te plaatsen. Ook de heer Roeien deelt mede de wijze van presentatie van deze nota erg op prijs te stellen. Het is een soort raamwerk waaruit te zijner tijd een verordening kan voortkomen, en hij acht het een goede zaak dat in deze belangrijke aangelegenheid de gemeenteraad vanaf het eerste begin wordt betrokken. Spreker zegt voorts dat zijn fraktie akkoord gaat dat in de commissie die het college voor ogen staat, raadsleden qualitate qua aanwezig zijn. Ook wenst zijn fraktie dat er een advies wordt uitgebracht tussen de in te stellen commissie en het college van burgemeester en wethouders door, hetzij de geweste lijke raad voor het landbouwschap, hetzij de kamer van'koophandel. Daar naast vraagt spreker aandacht voor de financiële consequenties en hij verzoekt met nadruk om, gelijktijdig met de verordening die de gemeente raad te behandelen krijgt, met een regeling te komen waarin wordt aan gegeven op welke wijze men de financiële consequenties denkt in te vul len. De heer Dirven zou het bijzonder op prijs stellen indien reeds in de eerstkomende raadsvergadering een uitgewerkt voorstel ter behandeling zou kunnen worden aangeboden. Dit omdat zijns inziens de toestand in Prinsenbeek veel te wensen over laat en met de dag slechter wordt. -7-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 112