-15-
wethouder Houtepen het antwoord schuldig blijven.
Vervolgens brengt de voorzitter het voorstel in stemming.
Vóór het voorstel stemmen de leden Lodewijks,
Nagelkerke, van den Eijnden, van Schaik, Hennekam.
Houtepen, van Seventer, van der Bom en de Hoon.
Tégen stemmen de leden:
Dirven, wegens het niet aanwezig zijn van meerdere
offertes;
Roeien, mede op grond van het feit dat wethouder
Houtepen geen uitsluitsel heeft kunnen
geven over mogelijke gevolgen welke het
uitstellen van het nemen van een beslis
sing kunnen hebben;
van der Westen.
De voorzitter concludeert dat het voorstel met
9 stemmen voor en 3 stemmen tegen is aangenomen.
13) Voorstel tot het aanschaffen van een maaimachine en een waterballastwals
ten behoeve van het sportcomplex "Bosdal".
De heer Roeien zegt geconstateerd te hebben dat aan dit voorstel verder
strekkende consequenties zijn verbonden, en wel die welke gelegen zijn in
de sfeer van de personeelsstop die enkele jaren gelden is afgekondigd voor
wat betreft de afdeling openbare werken. Hij zegt ook van de desbetreffende
portefeuillehouder begrepen te hebben dat deze er moeite mee heeft de per
soneelsstop nog langer van kracht te doen zijn vanwege de inmiddels toege
nomen werkzaamheden. Daarnaast heeft hij begrepen dat uitstel op dit moment
geen frustraties oproept ten aanzien van de werkzaamheden welke op het sport
complex dienen te geschieden. Om deze redenen verzoekt hij het college te
bevorderen dat op korte termijn discussies plaats vinden in de commissies
openbare werken en bestuurszaken, teneinde te bezien of het wellicht wense
lijk is tot opheffing van de personeelsstop over te gaan.
Ten aanzien van dit agendapunt meent de heer Dirven dat de gemeenteraad
geen andere beslissing kan nemen dan het college te verzoeken het voorstel
terug te nemen omdat wederom slechts één offerte aanwezig is en men ver
zuimd heeft het plaatselijke bedrijfsleven te benaderen.
Wethouder Houtepen zegt verheugd te zijn met de suggestie van de heer
Roeien om de personeelsstop voor cüe afdeling openbare werken bespreek
baar te stellen. Zijns inziens is er duidelijk sprake van een discrepantie
tussen het personeelsbeleid dat geldt voor de binnendienst en dat voor
de buitendienst. Hij herinnert er aan dat de gemeente Prinsenbeek sinds
invoering van de personeelsstop is gegroeid en voorlopig ook nog zal blijven
groeien, dat de hoeveelheid werk daarmee uiteraard toeneemt, en dat de
dienst ernstig gehandicapt is door enkele vrij langdurige ziektegevallen.
Samenvattend concludeert hij dat de dienst op dit moment te kampen heeft
met een onderbezetting, en hij is graag bereid, indien de personeelsstop
in een volgende raadsvergadering onderwerp van gesprek kan zijn, het
thans voorliggende voorstel terug te nemen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de behande
ling van dit agendapunt vervolgens aangehouden.